Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Cornelis Witsen, Jansz.
(
1605
-
1669
) was een
Nederlands
raad,
schout
en vier keer burgemeester van de stad Amsterdam. Witsen was de vader van vijf zonen, onder wie
Nicolaes Witsen
.
[1]
De familie
Witsen
was betrokken bij de graanhandel op Rusland en de handel op
Nieuw-Nederland
.
Hij begon zijn carriere als kapitein van de
schutterij
en beeindigde die als hoofd
schout
. Sinds 1655 was hij
bewindhebber
van de
West-Indische Compagnie
en had hij een zetel in de
Admiraliteit van Amsterdam
. Hij was betrokken bij de bouw van
's Lands Zeemagazijn
.
[2]
Aan de
Nederlandse Goudkust
werd
Fort Witsen
naar hem vernoemd.
Witsen was een stimulator van de schilderkunst en steunde de schilder
Rembrandt
toen deze in 1653 in financiele problemen zat door hem een lening te verstrekken voor de afbetaling van diens huis. Vijf jaar later veroorzaakte Witsen echter het faillissement van Rembrandt door 4.180 gulden terug te vorderen.
[3]
Als gezant reisde hij in 1656 naar Engeland en liet zijn zoon Nicolaes spelen met de kinderen van
Oliver Cromwell
.
Henrick Hooft
,
Cornelis de Graeff
, Cornelis Jan Witsen en
Cornelis van Outshoorn
waren betrokken bij de afwijzing van het schilderij
De samenzwering van de Bataven onder Claudius Civilis
. Het werd vervangen door een schilderij van
Govert Flinck
, dat door
Jurriaen Ovens
werd afgeschilderd.
Witsen woonde sinds 1661 op
Keizersgracht
327 en stond bekend vanwege zijn bibliotheek. Hij is bezongen door de dichter
Jan Vos
en werd twee keer geschilderd door
Bartholomeus van der Helst
.
Artus Quellinus
maakte een
buste
. De pedagoog
Comenius
kreeg zijn steun, de progressieve filosoof en godsdienstcriticus
Adriaan Koerbagh
werd door hem veroordeeld.
Witsen had een buiten in
Egmond aan den Hoef
, genaamd
Tijdverdrijf
.
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑
Marion Peters, De wijze koopman. Het wereldwijde onderzoek van Nicolaes Witsen (1641-1717), burgemeester en VOC-bewindhebber van Amsterdam (Amsterdam 2010)
- ↑
Tegenwoordig is hier het
Nederlands Scheepvaartmuseum
gevestigd.
- ↑
Crenshaw, P. (2006) Rembrandt's Bankruptcy. The artist, his patrons and the art market in seventeent-century Netherlands, p. 70, 78.
|