Een
cohort
(van Latijn:
cohors
, omheinde plaats, mv.:
cohortes
, vandaar het Nederlandse cohort) was een eenheid in het Antieke
Romeinse
leger. Een legioen (
divisie
van de landmacht) bestond uit 10 cohortes plus stafdiensten. Een cohort omvatte drie
manipels
, elk van twee
centuries
, theoretisch ongeveer 480 manschappen plus
centuriones
en
optiones
. Het eerste cohort had dubbele sterkte (12 centuries), waarschijnlijk omdat aan dit cohort de
fabri
(technische werklieden, zoals (wapen)smeden) en de administratieve staf (
officiales
) waren toegevoegd. Een cohort bevat 700 man. Een centurie 70/60 man en een legioen circa 6000/7000 man.
De ruggengraat van het Romeinse leger waren de
legioenen
, die onder het bevel van een
legatus
stonden. Omdat zo'n legioen te groot was om te worden bestuurd door een man (in theorie zaten er 6000 soldaten in een legioen, maar in praktijk vaak maar 5000 of minder legionairs), werd een Romeins legioen ingedeeld in 10 verschillende cohorten, gecommandeerd door
tribunen
. Omdat ook de cohorten te groot waren, werden die verder ingedeeld in
manipels
(een louter tactisch niveau) en centuries, de basiseenheid waarin zich het soldatenleven hoofdzakelijk situeerde.
Een cohort was eigenlijk maar een tussenmaat in het Romeinse legioen: het had vaak geen aparte commandant. Waarschijnlijk werd het enkel gebruikt door de legatus bij het opstellen van de troepen.
De 10 cohorten werden genummerd van 1 tot 10 en deze nummering had meer betekenis: de dapperste legionairs, die zich op het slagveld hadden onderscheiden, zaten in het cohort I; de zwaksten in cohort IX (d.i. niet helemaal op de rechterflank). In veldslagen werd het 1ste cohort altijd ingezet op de meest cruciale plaats van het slagveld, en bij delicate operaties werd er altijd eerst op hen beroep gedaan.
Naast de legioenen, konden de Romeinen ook nog een beroep doen op vaste hulptroepen (dus geen tijdelijke huurlingen), de
auxilia
, meestal gerekruteerd uit de plaatselijke bevolking. Hier lag de theoretische indeling anders: men had een cohort van 500 man (de
cohors quingenaria
) of een van 1000 man (de
cohors miliaria
). Deze (hulp)cohorten werden meestal met hun bevolkingsgroep waar ze uit gerekruteerd waren benoemd: zo had men de
Scythische
boogschutters te paard, maar cohorten konden ook uit verscheidende volkeren bestaan en ingedeeld worden volgens wapens (zoals bv. de cavalerie-eenheden (
cohors equitata
)). Andere auxilia-eenheden werden
numeri
genoemd of (vooral cavalerie)
alaee
.
In de hoofdstad waren legioenen niet toegestaan, vooral om militaire staatsgrepen te bemoeilijken. Toch waren er in de keizertijd soldaten van drie elite-korpsen, die elk een commandant met de titel
praefectus
(prefect) kregen, maar geen legioenen werden genoemd (ze zouden dan uniek zijn geweest, i.t.t. de genummerde geregelde divisies) en uit aparte, genummerde cohorten bestonden.
De bekendste en belangrijkste zijn de
pretorianen
, de keizerlijke lijfwacht, die veel staatsgrepen verhinderde of juist deed slagen. Daarnaast waren er twee oudere, 'paramilitaire' korpsen in Rome: de
cohortes urbanae
, de hoofdstedelijke politie, en de
vigiliae
, een vooral met de
brandweer
belast veiligheidskorps.
Naast bovengenoemde (para)militaire betekenissen kan de term cohort(e) ook een vrij grote groep personen beduiden in een andere context.
- In het Antieke Rome sprak men, informeel, van de
cohors amicorum
van een zeer belangrijk man, een divers gevolg van raadslieden en vertrouwelingen allerhande, die
amici
('vrienden') of
cohortales
(cohors-leden) werden genoemd.
- Ook in de biologie wordt
cohorte
gehanteerd voor een zoologische samenlevingsvorm.
- Een
geboortecohort
is de groep mensen geboren in een bepaald
tijdsinterval
.
[1]
Deze cohort bestaat dus steeds uit dezelfde mensen (behalve de overledenen: er gaan alleen door overlijden mensen af). Zie bijvoorbeeld
Generatie (genealogie)
,
Generatie (sociologie)
en
AOW-leeftijd
.
- Een
leeftijdscohort
is een groep mensen in een bepaald leeftijdsinterval, bijvoorbeeld twintigers, zesjarigen, 25- tot 40-jarigen ... Met het verloop van de tijd komen hier steeds mensen bij en gaan er mensen af. Soms wordt de term echter historisch gebruikt in de betekenis geboortecohort, maar dan uitgedrukt in een leeftijdsinterval (waaronder een leeftijd in hele jaren) op een bepaald moment, bijvoorbeeld tieners in een bepaald jaar. Men spreekt ook van
sociale generaties
zoals de
babyboomers
of de
millennials
.