Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De daken
(1923) in het
Museum Dhondt-Dhaenens
te
Deurle
Charles-Rene Callewaert
(
Gent
,
2 september
1893
- Gent,
17 juni
1936
) was een
Belgisch
kunstschilder
.
Callewaert werd door zijn vrienden
Natus
genoemd. Zelf noemde hij zich Rene en de meeste van zijn werken signeerde hij met
Ch.-Rene Callewaert
.
Callewaert was het achtste kind en de jongste zoon van een spoorwegbediende. Zijn artistiek talent erfde Callewaert van zijn moeder die gedichten schreef. Al van kleins af aan dacht Callewaert aan niets anders dan aan schilderen en tekenen. Tussen 1909 en 1914 volgde hij een opleiding aan de
Koninklijke Academie voor Schone Kunsten
van Gent. De eerste twee jaren volgde hij de lessen
Antiek Beeld
en de drie volgende jaren volgde hij de klas
Levend Model
. Toen de
Eerste Wereldoorlog
uitbrak, kwam er een einde aan de opleiding van Callewaert. In 1916 solliciteerde Callewaert een eerste maal voor de betrekking als leraar aan de academie maar hij moest het afleggen. Na de oorlog ging hij nog een jaar terug lessen volgen aan de academie. In 1924 werd hij er dan toch leraar en gaf er les aan de eerste tekenklas.
Hij debuteerde in romantisch
realisme
. Na een periode in
expressionistische
stijl (1923-1926) keerde hij terug naar een grauw realisme. Zijn onderwerpen waren stillevens, Gentse stadsgezichten, portretten en landschappen.
Vanaf 1922 begon Callewaert deel te nemen aan tentoonstellingen in het Gentse. Dat jaar nam hij deel aan het Driejaarlijkse
Salon
van Gent met twee schilderijen; in 1925 was hij er aanwezig met een tekening en het schilderij
Pleintje in de sneeuw
dat door het
Museum voor Schone Kunsten
werd aangekocht. Vanaf 1926 trok Callewaert zich meer en meer terug uit het tentoonstellingsleven en hij bleef afwezig op de Salons van 1929 en 1933. In 1927 en 1930 hield hij wel nog twee individuele tentoonstellingen.
De daken
is een panorama dat Callewaert schilderde en de omgeving van zijn atelier op de 2e verdieping toont met centraal de Drongenkapel en een boomgaard. Het atelier was gevestigd in het vroegere Karmelietenklooster, uitgevend op de Trommelstraat.
Leonard De Buck
,
Karel van Belle
en
Jules De Bruycker
hadden hier ook hun schildersezel staan.
Als gevolg van zijn verslaving aan
morfine
die hij opgelopen had door de morfinebehandeling bij drie opeenvolgende
operaties
aan het
hoofd
tussen 1916 en 1918, overleed hij plots op betrekkelijk jonge leeftijd.
Werk van Callewaert is in het bezit van het
Museum van Deinze en de Leiestreek
, het
Museum Dhondt-Dhaenens
in
Deurle
, het
Museum voor Schone Kunsten
in
Gent
en van het provinciebestuur van
Oost-Vlaanderen
.
- P. HUYS,
Charles Rene Callewaert
, in het
Nationaal Biografisch Woordenboek
, deel 18, kol. 157-169, Brussel, 2007
- E. LANGUI,
In memoriam Ch.-Rene Callewaert
, in het dagblad
Vooruit
van 21 juni 1936
- P. HUYS,
Charles-Rene Callewaert. Kunstmonografie
, Gent, 1964
- P. KLUYSKENS,
Focus op kunstenaars. Bijdragen over beeldende kunst in de 20ste eeuw
, p. 97-100