Carl von Rabenhaupt
, ook wel
Carel Rabenhaupt
of
Karel Robmhap ze Suche
(
Bohemen
,
6 januari
1602
-
Coevorden
,
12 augustus
1675
) was
baron
van Sucha (bij
Hluboka nad Vltavou
), erfheer in Lichnice en
T?emo?nice
,
heer
van Crumbach.
Carl Rabenhaupt was een uit
Bohemen
afkomstige
edelman
uit de familie
Robmhap ze Suche
oftewel Robenhaupt von Sucha. Deze familie behoorde tot
Moravische Broederschap
, een gereformeerde stroming die bestond uit volgelingen van
Jan Hus
en
Jan Amos Comenius
, die in 1620 uit Bohemen werden verdreven. Hij vocht onder
Johan George I van Saksen
bij
Bautzen
in de
Lausitz
. Rabenhaupt diende onder
Peter Ernst II van Mansfeld
in de Zeven Provincien, waar hij zich als luitenant in
1627
bij het
Beleg van Grol
verdienstelijk maakte. Daarna was hij in dienst van de Landgraaf
Willem V van Hessen-Kassel
. In
1641
werd hij gouverneur van
Kalkar
.
[1]
Voorafgaande aan het
rampjaar
1672 werd hij voor 4.000 rijksdaalders als legercommandant ingehuurd door de
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
om de stad Groningen te verdedigen. Kapitein
Prott
werd daarvoor op 26 januari naar Kassel gestuurd. Op 7 maart trad hij als
kolonel
in dienst van het
Staatse leger
en kreeg bevel over een regiment dat zijn naam voerde en op 31 maart werd hij bevorderd tot luitenant-generaal. Op 29 mei arriveerde hij in Groningen.
[2]
Hij hielp de
Groningers
tijdens het
beleg van Groningen
in
1672
zich te verzetten tegen de
bisschop
van
Munster
Christoph Bernhard von Galen
, bijgenaamd Bommen Berend. Overigens is de verbinding tussen de stad Groningen en Carl von Rabenhaupt waarschijnlijk al ouder dan 1672, aangezien er in 1627 (geen verschrijving) een Carel Rabenhaubt lidmaat van de Nederduits-gereformeerde kerk in Groningen werd.
Nadat zijn troepen op 30 december 1672 binnen een uur
Coevorden
hadden ontzet, met behulp van een kaart gemaakt door de plaatselijke schoolmeester
Mijndert van der Thijnen
en een biezen brugconstructie over het bevroren water van de stadsgracht, werd hij op 4 januari
1673
benoemd tot burgemeester van Groningen,
drost
van
Drenthe
en gouverneur van Coevorden. Rabenhaupt vergat de
Ommerschans
in te nemen en moest in oktober 1673 opnieuw strijd leveren tegen Bommen Berend, die Coevorden onder water had gezet.
[3]
De Munsterse troepen werden in april 1674 teruggedreven tot
Nordhorn
en
Neuenhaus
in het
Graafschap Bentheim
.
Zijn laatste actie als militair was in 1674 bij
Grave
, dat door de Franse troepen werd bezet gehouden. Rabenhaupt overleed op 12 augustus 1675 in Coevorden en werd op 3 september 1675 in de kerk aldaar begraven.
In Groningen en Assen is de Rabenhauptstraat naar hem genoemd. In 1872 werd ter gelegenheid van de viering van Groningens Ontzet een tijdelijk monument met
buste
van Rabenhaupt op de Ossenmarkt geplaatst. Het monument is afgebeeld op de herdenkingsmunt
Groningen constant
, die door historieschilder
J.H. Egenberger
, hoofdonderwijzer-directeur van
Academie Minerva
, werd ontworpen. In 1972 werd definitief een buste van Rabenhaupt in de stad geplaatst. Het werd gemaakt door
Willem Valk
en stond door de jaren heen op verschillende plekken bij het
stadhuis
. Sinds 2017 staat het naast het
Goudkantoor
op het Waagplein, achter het stadhuis.
Bronnen, noten en/of referenties
|