Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Biomedische wetenschappen
is een universitaire
bachelor
- en
masteropleiding
gericht op wetenschappelijk onderzoek ten dienste van de
geneeskunde
. Tijdens de opleiding biomedische wetenschappen staat kennis over de zieke en gezonde mens centraal. De wetenschap maakt gebruik van inzichten uit de
medische microbiologie
,
genetica
,
immunologie
,
pathologie
en vele andere klinische disciplines, om te begrijpen welke mechanismen aan een ziekte ten grondslag liggen.
Een belangrijk focuspunt van de biomedische wetenschappen is de ontwikkeling van nieuwe
behandelingen
en medische interventies. De biomedische wetenschappen omvat een breed scala aan academische en onderzoeksactiviteiten, en onderscheidt zich van de
klinische biologie
, die vooral gericht is op toegepast laboratoriumonderzoek binnen het ziekenhuis.
Biomedische wetenschappen is geen geneeskundige opleiding, al zijn er, vooral in de
bachelorjaren
, wel gemeenschappelijke basisvakken: een wetenschappelijke basisvorming, met kennis van scheikunde, wiskunde, biologie (met inbegrip van genetica),
milieuwetenschappen
,
informatica
en farmacie wordt tijdens de bachelorjaren overgebracht. Daarnaast krijgt men onderwijs over de bouw, ontwikkeling en werking van het menselijk lichaam. Vanaf het derde jaar krijgen wetenschappelijke onderzoeksmethodes en -procedures aandacht. Tijdens de daaropvolgende twee
masterjaren
verwerft men kennis op een geneeskundig onderzoeksdomein. Men doet er origineel wetenschappelijk onderzoek en levert een
masterproef
af. Daarna kan men nog
doctoreren
in de biomedische wetenschappen.
Door de snelle ontwikkelingen in het wetenschappelijk onderzoek, evolueren ook de verschillende biomedische
afstudeerrichtingen
, gegroepeerd in een drietal hoofdstromen:
In
Nederland
bestaat de opleiding onder meer in:
De opleiding wordt in
Vlaanderen
aangeboden aan meerdere universiteiten. Door de hoge kosten, verbonden aan dit wetenschappelijk onderzoek, leggen ze elk eigen accenten, naast een algemene basisopleiding: