|
Dit artikel bevat verouderde informatie en zou bijgewerkt moeten worden. U wordt uitgenodigd om dit artikel bij te werken.
Uitleg:
De sectie over het betaalde voetbal in Nederland bevat verouderde informatie wat betreft de namen van en hierarchie tussen verschillende niveaus.
|
Met
betaald voetbal
,
professioneel voetbal
of
beroepsvoetbal
wordt een
voetbalcompetitie
aangeduid waarbij spelers en trainers een
salaris
krijgen. De term wordt uitsluitend in Nederland gebruikt.
In Nederland en Belgie spreekt men meestal van een
profvoetballer
, hoewel beide termen niet exact hetzelfde betekenen: een profvoetballer is iemand die door zijn club betaald wordt, en voor wie dat de voornaamste bron van inkomsten is.
In Belgie wordt er geen strikt onderscheid gemaakt tussen profvoetbal en amateurvoetbal. Er bestaan twee niveaus die men met de Nederlandse term 'betaald voetbal' zou kunnen aanduiden: de
eerste klasse A
en de
eerste klasse B
. In Belgie is de term "profvoetbal" algemeen verspreid, eerder dan "betaald voetbal". De onderliggende niveaus
eerste klasse amateurs
,
tweede klasse amateurs
,
derde klasse amateurs
en de
provinciale reeksen
kunnen als niet-betaald worden aangemerkt. Ook in deze lagere afdeling treden echter veel spelers als niet-amateur aan of krijgen ze vergoedingen.
Vanaf het voetbalseizoen 2018-2019 kunnen voetballers in Belgie hun eerste profcontract tekenen op vijftienjarige leeftijd, voorheen kon dat pas vanaf hun zestiende verjaardag.
[1]
In Duitsland zijn er vier niveaus betaald voetbal, namelijk de (eerste)
Bundesliga
, de
tweede Bundesliga
, de
derde Bundesliga
, en daaronder 5 Regionalliga's. De Regionalliga is semiprofessioneel en de 5 kampioenen hiervan gaan, samen met de nummer 2 uit de Regionalliga Sudwest, onderling een nacompetitie afwerken voor promotie naar de 3. Bundesliga.
Engeland kent vier niveaus betaald voetbal. Dit zijn de
Premier League
,
The Championship
, de
Football League One
en de
Football League Two
. Hieronder zitten nog vier niveaus semiprofessionele clubs.
Frankrijk kent drie niveaus betaald voetbal:
Ligue 1
,
Ligue 2
en
Championnat National
. Het laagste professionele niveau bestaat voor het grootste gedeelte uit semiprofessionele clubs. Het betaald voetbal werd in
1932
ingevoerd.
Italie heeft drie niveaus betaald voetbal: de
Serie A
(A-divisie),
Serie B
(B-divisie) en
Serie C
(C-divisie). De Serie C is verdeeld in drie competities.
Het betaald voetbal in Nederland is onderverdeeld in twee competities: de
Eredivisie
en de
Eerste divisie
(sinds juli 2006 bekend als Jupiler League, en sinds 2018 de
Keuken Kampioen Divisie
). In het Nederlandse betaald voetbal was tot 2009 sprake van een gesloten systeem: er kon niet gedegradeerd worden uit de laagste divisie van het betaald voetbal. Op last van de
UEFA
is dit vanaf het seizoen 2009/2010 wel mogelijk gemaakt: de laatst geeindigde club in de
Keuken Kampioen Divisie
degradeert direct uit de Eerste divisie naar de
Topklasse
, de hoogste afdeling bij de amateurs. De vrijgekomen plaats in de
Keuken Kampioen Divisie
wordt ingenomen door de kampioen van de Topklasse, een titel waarvoor over twee wedstrijden gestreden wordt tussen de kampioenen van de zaterdag- en zondagtopklasse. Deze kampioen is echter niet verplicht de overstap naar de
Keuken Kampioen Divisie
te maken en daarmee een betaald voetbalorganisatie te worden; de club mag ook als amateurclub in de Topklasse blijven. In dat geval mag de verliezend finalist promoveren. Als ook die vereniging afziet van het recht op promotie, dan blijft de nummer laatst van de
Keuken Kampioen Divisie
behouden voor het betaald voetbal. Dit is ook het geval wanneer tijdens of kort na de competitie een club failliet gaat. Aan het einde van het seizoen 2009/10 werd
FC Oss
de eerste club die uit de
Keuken Kampioen Divisie
degradeerde. In 2010/11 werd FC Oss meteen kampioen van de zondagtopklasse en vanaf 2011/12 mocht de club weer deelnemen aan het betaald voetbal omdat algeheel kampioen van de Topklasse
IJsselmeervogels
afzag van promotie.
Hoewel de meeste landen in West-Europa al snel na de Tweede Wereldoorlog het betaald voetbal invoerden, was voetbal in Nederland tot 1954 een amateursport, al was het in de voetbalwereld een publiek geheim dat er wel degelijk spelers werden betaald. Toen
Sparta
in 1947 bijvoorbeeld zowel
Wim Landman
van
Neptunus
als
Rinus Terlouw
van
DCV
overnam, dienden beide clubs een klacht in bij de
KNVB
omdat Sparta beide spelers financiele toezeggingen zou hebben gedaan. De beschuldigingen werden niet bewezen maar DCV trok helemaal aan het kortste eind: tijdens het onderzoek van de voetbalbond kwam aan het licht dat DCV zelf aan illegale betalingen deed.
De
watersnoodwedstrijd
van 12 maart 1953 wordt vaak gezien als de directe aanleiding voor de invoering van het betaald voetbal. De roep om profvoetbal werd groter, toen deze wedstrijd zichtbaar maakte dat de Nederlandse profs in de buitenlandse competities op een beduidend hoger niveau speelden, dan de beste amateurs van Nederland zoals die destijds in het
Nederlands voetbalelftal
speelden.
Een openlijk initiatief om betaald voetbal te bedrijven ontstond in Nederland in 1954, toen de
Nederlandse Beroeps Voetbalbond
(NBVB) de eerste profcompetitie organiseerde. De beste spelers van het land gingen al snel over naar een van de tien NBVB-clubs:
Alkmaar '54
,
BVC Amsterdam
,
Fortuna '54
,
De Graafschap
,
Den Haag
,
Rapid '54
,
Rotterdam
,
Twentse Profs
,
Utrecht
en
Sportclub Venlo '54
.
Op 14 augustus 1954 vond de eerste NBVB-wedstrijd plaats: een vriendschappelijk duel tussen
Alkmaar '54
en
Sportclub Venlo '54
. Deze wedstrijd, in Alkmaar bekend als de
pontwedstrijd
eindigde in een 3?0 overwinning voor de ploeg uit
Alkmaar
.
Klaas Smit
was de eerste doelpuntenmaker en scoorde hiermee de eerste goal in het betaald voetbal in Nederland. Volgens Gerrit Valk in zijn boek
AZ is de naam
was deze wedstrijd bedoeld om na te gaan of Alkmaar '54 wel in de NBVB-competitie thuishoorde
De
KNVB
, die tot dan toe tegen profvoetbal was, ging al snel overstag. Een tijdens de zogenaamde
slaapkamerconferentie
voorbereid akkoord leidde ertoe dat KNVB-voorzitter
Hans Hopster
en NBVB-voorzitter
Egidius Joosten
op 13 november 1954 de
Vrede van Utrecht
tekenden, waarbij beide bonden fuseerden. Op 28 november 1954 werd een
nieuwe profcompetitie
gestart. Enkele NBVB-clubs werden opgeheven (
Twentse Profs
), fuseerden met KNVB-clubs (
Utrecht
en
Elinkwijk
;
Venlo
en
VVV
;
Rapid
en
Juliana
) of fuseerden met elkaar (
Den Haag
en
Rotterdam
vormden de club
Flamingo's
die al snel werd omgedoopt tot
Holland Sport
).
Er zou ook een einde komen aan het bestaan van twee gewestelijke hoofdklassen. Vanaf 1956 was er nog maar een hoogste niveau: de Eredivisie. Voor de ongeveer 80 betaaldvoetbalclubs werd de volgende, landelijke, competitiestructuur opgezet:
Tot 1966 bestond de tweede divisie meestal nog wel uit twee gewestelijke afdelingen (A en B).
In het begin van de jaren zeventig werd het profvoetbal in Nederland grondig gesaneerd. De belangstelling voor de laagste divisie van het betaald voetbal was niet groot en dat leidde tot veel geldproblemen bij die clubs. Veel van die semi-profclubs verdwenen in zijn geheel of gingen verder bij de amateurs. Andere fuseerden tot nieuwe profclubs. De tweede divisie werd in 1971 opgeheven.
Sinds 1996 is het in Nederland voor voetbalclubs in de eredivisie verplicht om over een stadionveld met een vorm van veldverwarming te beschikken. Hiermee wordt in de meeste gevallen voorkomen dat wedstrijden wegens weersomstandigheden moeten worden afgelast, wat veel inkomstenderving voor clubs betekende.
In 1999 trad de "CAO voor Contractspelers Betaald Voetbal" in werking. De cao werd ingesteld om te voorkomen dat contractspelers op basis van de in dat jaar ingevoerde Wet flexibiliteit en zekerheid (
Flexwet
) een vast dienstverband konden krijgen. Met een vast dienstverband zouden voetballers, met inachtneming van de opzegtermijn, hun contract kunnen opzeggen en dus
transfervrij
zijn.
In de hoogste klassen van het amateurvoetbal krijgen veel spelers betaald. Betalingen door de vereniging aan de spelers, anders dan onkostenvergoedingen, waren echter van oudsher verboden. Spelers worden dan ook vaak betaald door een aan de club gelieerde stichting of de spelers staan direct bij de hoofdsponsor onder contract. Zwart betalen door de club kwam ook veelvuldig voor. Zo werd in juli 2009 bekend dat de
Belastingdienst
6,5 miljoen euro heeft geincasseerd aan naheffingen en boetes van clubs in de
Hoofdklasse
voor o.a. het zwart betalen van spelers.
Door de invoering van de
Topklasse
, is de scheidslijn tussen amateur- en profvoetbal verder vervaagd. Mede daarom is in november 2009 door de KNVB besloten dat amateurclubs vanaf het seizoen 2010-2011 spelers mogen contracteren, en naar verwachting zal er op termijn ook een
cao
voor amateurspelers worden ingevoerd.
Het Portugees betaald voetbal uit twee divisies, de
SuperLiga
en de
Liga de Honra
.
Het Spaans betaald voetbal bestaat uit vijf niveaus, de
Primera Division
, de
Segunda Division A
, de
Primera Division RFEF
(verdeeld in twee competities), de
Segunda Division RFEF
(verdeeld in vier competities) en de
Tercera Division RFEF
(verdeeld in achttien competities).
Het Turks betaald voetbal bestaat uit vier niveaus. Dit zijn de
Super Lig
,
Turkiye Futbol Federasyonu 1. Lig
,
Turkiye Futbol Federasyonu 2. Lig
en de
Turkiye Futbol Federasyonu 3. Lig
. Turkiye Futbol Federasyonu 2. Lig is verdeeld in twee competities en de Turkiye Futbol Federasyonu 3. Lig in drie competities.