De zetel van de federale regering is sinds 1944 gevestigd in de
Wetstraat 16
, waar de Ministerraad op vrijdagmorgen bijeenkomt.
De
Belgische
federale regering
is de
uitvoerende macht
van Belgie. Ze voert niet alleen de Belgische wetten uit, maar speelt ook een rol bij de wetgevende macht via wetsontwerpen en amendementen.
De federale regering bestaat uit ten hoogste 15
ministers
. Hiernaast kunnen er ook nog
staatssecretarissen
worden toegevoegd aan de regering. Deze regering is samengesteld uit evenveel Nederlandstaligen als Franstaligen, eventueel de
eerste minister
uitgezonderd.
De ministers en staatssecretarissen zijn de medewerkers van de
koning
als hoofd van de uitvoerende macht. Gezien de
ministeriele verantwoordelijkheid
is de regering het politieke hoofd (niet het juridische) van de uitvoerende macht.
Sinds 1944 bevindt de zetel van de federale regering zich in de
Wetstraat 16
, waar de Ministerraad op vrijdagmorgen bijeenkomt.
Volgens de Grondwet benoemt Koning Filip de ministers van de Belgische federale regering.
Volgens de
Grondwet
benoemt de koning de ministers van de Belgische federale regering. In de praktijk echter worden de ministers meestal door de
partijleiders
van de coalitiepartners geselecteerd.
Belgie heeft een representatief kiessysteem waardoor uit een bepaald kiesgebied vertegenwoordigers uit meerdere partijen worden aangeduid (in tegenstelling tot het meerderheidsstelsel waar een kiesdistrict slechts 1 vertegenwoordiger aanduidt). Door de werking van het Belgische kiessysteem en de verschillende kiesomschrijvingen is het bijna onmogelijk (onder meer door de splitsing van de meeste partijen in een Vlaamse en Waalse tak) dat een enkele partij een absolute meerderheid verwerft in het federale parlement. Er moeten dus altijd coalitieregeringen worden gevormd.
In de praktijk zal de koning na de verkiezingen verschillende partijvoorzitters en andere belangrijke gesprekspartners (zoals vakbonden en werkgeversorganisaties) consulteren voordat hij een informateur benoemt, soms geeft de koning verschillende mensen opdrachten om informatie te verzamelen over de mogelijkheden voor een
regeringsvorming
(die functies kunnen allerlei namen hebben zoals "verkenner", "verzoener", "(institutioneel) bemiddelaar", "begeleider", "ontmijner", "verduidelijker" etc.). Nadat de informateur de mogelijkheden voor een coalitie heeft verkend, zal de koning een
formateur
aanduiden die een regeringsprogramma en regering samenstelt. Gewoonlijk is de formateur ook de toekomstige
eerste minister
maar in uitzonderlijke gevallen kan de formateur een andere persoon als eerste minister naar voren schuiven. De koning krijgt aan het einde van de coalitie-onderhandelingen een "ploeg" aangereikt die hij benoemt tot zijn regering en die in zijn handen de eed aflegt.
De ministerraad, eventueel de eerste minister uitgezonderd, is samengesteld uit evenveel Nederlandstalige als Franstalige ministers.
[1]
Een regering heeft twee soorten meerderheden nodig: een vertrouwensmeerderheid en een parlementaire beleidsmeerderheid.
Na de eedaflegging bij de koning gaat de eerste minister voor het
parlement
het
regeerakkoord
toelichten, en wordt er na een investituurdebat een vertrouwensstemming gehouden. De
motie van vertrouwen
heeft geen gekwalificeerde meerderheid nodig, een
gewone meerderheid
volstaat. De vertrouwensmotie wordt gewoonlijk meerderheid tegen
oppositie
aangenomen. Door zich te onthouden van een tegenstem kunnen partijen die geen ministers in de regeringsploeg hebben (en dus strikt genomen niet tot de meerderheid behoren) toch
passieve steun
verlenen aan een regering, maar ook invloed uitoefenen op het regeringsbeleid. De regering kan vallen - in de loop van de legislatuur - wanneer opnieuw een motie van vertrouwen/wantrouwen op de agenda wordt gezet, en passieve steun wegvalt of parlementsleden van de regeringsmeerderheid plots hun steun intrekken.
Voor het voeren van bepaalde wetgevende acties (zoals bijvoorbeeld het aanpassen van de Grondwet) heeft de regering een 2/3 meerderheid nodig, bovendien in vele gevallen (taalwetgeving, hervorming van de constitutionele instellingen) moet die globale meerderheid ondersteund worden door gekwalificeerde meerderheden (helft+1 of 2/3) ook bestaan in de beide taalgroepen van het parlement (taalgroep wordt samengesteld afhankelijk van de gemeenschap/provincie waarin een parlementslid werd verkozen).
bijvoorbeeld :
De federale regering die van 2007-2010 aan de macht was had bijvoorbeeld wel grondwettelijke bevoegdheden (goedgekeurde lijst grondwetsartikelen door de voorgaande parlementsmeerderheid) waardoor zij grondwetsherzieningen konden laten goedkeuren die een parlementaire 2/3 meerderheid vereisen, maar had slechts een gewone meerderheid in de Nederlandstalige taalgroep, waardoor bepaalde grondwetsherzieningen niet konden worden goedgekeurd tenzij die inhoudelijk voldoende tegemoet zou komen aan de Vlaamse oppositie, en de Franstalige taalgroep met zijn meerderheid allerlei -voor hen ongunstige - grondwetsherzieningen kon blokkeren.
Ministers hoeven geen verkozen leden van het parlement te zijn, maar degene die wel verkozen werden nemen ontslag en worden vervangen door een partijgenoot van de opvolgerslijst, in volgorde van hun verkiezingsresultaat. Als een minister zijn functie als minister neerlegt neemt hij zijn functie als verkozene weer op. Ministers die geen verkozene zijn worden meestal als "technocraten" gelabeld.
De huidige
eerste minister
is
Alexander De Croo
.
De regering wordt geleid door de
eerste minister
. Hij of zij is de voorzitter van de regering. Hij/Zij zit de vergaderingen van de ministers voor; hij/zij is de woordvoerder van de regering in het parlement, en wanneer hij/zij ontslag neemt, impliceert dit doorgaans het aftreden van de volledige regering.
Naast de eerste minister tellen de huidige regeringen ook een of meerdere vice-eersteministers, die als ondervoorzitters van de regering de eerste minister vervangen wanneer dit nodig is.
De ministers zijn volwaardige en permanente leden van de regering. Hun aantal is door de Grondwet beperkt tot ten hoogste vijftien leden (art. 99 GW). In regel beheren zij een bepaald departement. Zo niet, dan zijn ze een "minister zonder portefeuille".
De staatssecretarissen worden toegevoegd aan een minister. Tegenover de bevolking en tegenover het parlement hebben zij dezelfde bevoegdheden als een minister. Binnen de regering moet men hen echter als 'onderministers' beschouwen, belast met een bepaald onderdeel van het beleid.
De federale regering is georganiseerd in verschillende raden: de ministerraad, de regeringsraad, ministercomites en de kroonraad.
De belangrijkste vergadering is de
ministerraad
die samengesteld is uit alle ministers. De staatssecretarissen maken er in principe geen deel van uit, maar zijn in de praktijk meestal aanwezig. Deze ministerraad bepaalt het algemeen beleid van de regering en coordineert de werking van de verschillende ministeries. Hierdoor wordt in feite de bevoegdheid van de afzonderlijke ministers beperkt. De Grondwet bepaalt dat de ministerraad, de eerste minister
eventueel
uitgezonderd, evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden moet tellen (art. 99, al. 2 GW). Deze taalpariteit is in 1970 ingevoerd en geldt ook binnen de
Brusselse regering
.
De vergadering waarin de ministers en staatssecretarissen zitting hebben, noemt men de
regeringsraad
.
Deze regeringsraad heeft, in tegenstelling tot de ministerraad, geen specifieke rol en wordt ook niet zo vaak bijeengeroepen.
Om de beslissingen van de ministerraad of de regeringsraad voor te bereiden, worden er binnen de regering beperkte
ministercomites
gevormd. De werkwijze en de samenstelling van deze ministercomites hangt af van de omstandigheden. Het voornaamste ministerieel comite is het comite van algemeen beleid, ook kernkabinet genoemd.
Zeer uitzonderlijk vergadert de regering in de
kroonraad
. Dit is een vergadering van de voltallige regering (ministers en staatssecretarissen) samen met de ministers van Staat. De kroonraad kwam voor het laatst bijeen in 1960 ter gelegenheid van de Kongo-kwestie. De titel van
minister van Staat
is een eretitel die aan personaliteiten, die zich in het openbaar verdienstelijk hebben gemaakt, wordt gegeven.
Vermits het parlement de horizontale volheid van bevoegdheid heeft, zijn de bevoegdheden van de regering beperkt tot diegene die haar uitdrukkelijk zijn toegekend door de Grondwet of door bijzondere wetten. Vermits enkel de ministers politiek verantwoordelijk zijn voor de akten die de koning ondertekent en die zij dienen mede te ondertekenen, zijn de bevoegdheden van de regering in feite de bevoegdheden van de koning, uiteraard naast de bevoegdheden die specifiek aan een minister of aan de regering zijn opgedragen.
De bevoegdheden van de regering zijn:
De wet is algemeen en abstract. Opdat de
wet
, het
decreet
of de
ordonnantie
in de praktijk zou worden toegepast, zijn er uitvoeringsbesluiten nodig. Deze uitvoeringsbesluiten moeten bepalen onder welke concrete vorm die wet, dat decreet of die ordonnantie ten uitvoer zullen worden gelegd.
Het ten uitvoer leggen is een taak van de uitvoerende macht. Men noemt het de verordenende macht van de koning die hij ontleent aan art. 108 van de Grondwet: "Hij maakt de verordeningen en neemt de besluiten die voor de uitvoering van de wetten nodig zijn, zonder ooit de wetten te mogen schorsen of vrijstelling van hun uitvoering te mogen verlenen." Deze tenuitvoerlegging gebeurt door middel van
koninklijke besluiten
(KB). Die uitvoeringsbesluiten worden opgesteld door
ministeriele kabinetten
en goedgekeurd door de ministerraad. Deze besluiten kunnen worden aangevochten bij de Raad van State.
De regering is verantwoordelijk voor de politie van het rijk. Zij staat m.a.w. in voor de
openbare orde
. Deze openbare orde heeft drie componenten: openbare rust, veiligheid en gezondheid. Die functie mag door de uitvoerende macht slechts uitgeoefend worden binnen het kader van middelen dat hiervoor door de wetgevende macht ter beschikking wordt gesteld.
Een openbare dienst is een organisme dat door de regeerders is opgericht om in een collectieve behoefte te voorzien en dat onder hun controle staat. Bijvoorbeeld: overheidsbedrijven, ambtenarij, ... Als veruit de grootste werkgever van het land (ongeveer 860.000 tewerkgestelden) is het beheer van de openbare diensten een belangrijke bevoegdheid van de overheid. Via een overwegend partijpolitieke benoemingspolitiek van hoge ambtenaren, magistraten, professoren aan rijksuniversiteiten enzovoort kunnen de politieke partijen hun invloed uitbreiden en het behoud van hun machtspositie helpen vrijwaren.
De
verdragen
met het buitenland worden door de regering (de koning) gesloten. Gaat het om
handelsverdragen
, of om verdragen die de Belgen binden of die de staat bezwaren opleggen, dan kunnen ze in Belgie pas uitwerking hebben na de goedkeuring van het parlement.
De huidige regering is de
regering-De Croo
. Deze regering bestaat uit de volgende partijen:
PS
(19 zetels),
MR
(14),
CD&V
(12),
Open Vld
(12),
Ecolo
(12),
Vooruit
(9) en
Groen
(8).
Naam
|
Partij
|
Functie en bevoegdheden
|
Kernkabinet
|
|
Alexander De Croo
|
|
Open Vld
|
Premier
|
|
Pierre-Yves Dermagne
|
|
PS
|
Vicepremier en minister
Economie en Werk
|
|
David Clarinval
|
|
MR
|
Vicepremier en minister
Middenstand, Zelfstandigen, KMO’s en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing
|
|
Georges Gilkinet
|
|
Ecolo
|
Vicepremier en minister
Mobiliteit
|
|
Vincent Van Peteghem
|
|
CD&V
|
Vicepremier en minister
Financien, belast met Coordinatie van de Fraudebestrijding en de Nationale Loterij
|
|
Frank Vandenbroucke
|
|
Vooruit
|
Vicepremier en minister
Sociale Zaken en Volksgezondheid
|
|
Petra De Sutter
|
|
Groen
|
Vicepremier en minister
Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven, telecommunicatie en post
|
|
Paul Van Tigchelt
|
|
Open Vld
|
Vicepremier en minister
Justitie en Noordzee
|
Ministers
|
|
Hadja Lahbib
|
|
MR
|
Minister
Buitenlandse Zaken, Europese Zaken en Buitenlandse Handel, en de Federale Culturele Instellingen
|
|
Karine Lalieux
|
|
PS
|
Minister
Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een beperking en Armoedebestrijding
|
|
Ludivine Dedonder
|
|
PS
|
Minister
Defensie
|
|
Zakia Khattabi
|
|
Ecolo
|
Minister
Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal
|
|
Annelies Verlinden
|
|
CD&V
|
Minister
Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing
|
|
Caroline Gennez
|
|
Vooruit
|
Minister
Ontwikkelingssamenwerking en Grootstedenbeleid
|
|
Tinne Van der Straeten
|
|
Groen
|
Minister
Energie
|
Staatssecretariaten
|
|
Thomas Dermine
|
|
PS
|
Staatssecretaris
(toegevoegd aan de minister van Economie en Werk)
Relance en Strategische Investeringen, belast met Wetenschapsbeleid
|
|
Mathieu Michel
|
|
MR
|
Staatssecretaris
(toegevoegd aan de eerste minister)
Digitalisering, belast met Administratieve Vereenvoudiging, Privacy en met de Regie der gebouwen
|
|
Marie-Colline Leroy
|
|
Ecolo
|
Staatssecretaris
(toegevoegd aan de minister van Mobiliteit)
Gendergelijkheid en Kansengelijkheid
|
|
Nicole De Moor
|
|
CD&V
|
Staatssecretaris
(toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing)
Asiel en Migratie
|
|
Alexia Bertrand
|
|
Open Vld
|
Staatssecretaris
(toegevoegd aan de minister van Justitie, belast met Noordzee)
Begroting en Consumentenbescherming
|
Nr.
|
Regering
|
Premier
|
Partijen
|
Begin
|
Einde
|
Dagen
|
89
|
Verhofstadt I
|
Guy Verhofstadt
(
VLD
)
|
VLD
/
PRL
-
FDF
-
MCC
,
SP
/
PS
,
Agalev
/
Ecolo
|
12 juli
1999
|
11 juli
2003
|
1460
|
90
|
Verhofstadt II
|
Guy Verhofstadt
(
VLD
)
|
VLD
/
MR
,
sp.a
-
Spirit
/
PS
|
11 juli
2003
|
21 december
2007
|
1624
|
91
|
Verhofstadt III
|
Guy Verhofstadt
(
VLD
)
|
CD&V
/
cdH
,
Open Vld
/
MR
,
PS
|
21 december
2007
|
20 maart
2008
|
90
|
92
|
Leterme I
|
Yves Leterme
(
CD&V
)
|
CD&V
/
cdH
,
Open Vld
/
MR
,
PS
|
20 maart
2008
|
30 december
2008
|
285
|
93
|
Van Rompuy
|
Herman Van Rompuy
(
CD&V
)
|
CD&V
/
cdH
,
Open Vld
/
MR
,
PS
|
30 december
2008
|
25 november
2009
|
330
|
94
|
Leterme II
|
Yves Leterme
(
CD&V
)
|
CD&V
/
cdH
,
Open Vld
/
MR
,
PS
|
25 november
2009
|
6 december
2011
|
741
|
95
|
Di Rupo
|
Elio Di Rupo
(
PS
)
|
PS
/
sp.a
,
Open Vld
/
MR
,
CD&V
/
cdH
|
6 december
2011
|
11 oktober
2014
|
1040
|
96
|
Michel I
|
Charles Michel
(
MR
)
|
MR
/
Open Vld
,
N-VA
,
CD&V
|
11 oktober
2014
|
9 december
2018
|
1520
|
97
|
Michel II
|
Charles Michel
(
MR
)
|
MR
/
Open Vld
,
CD&V
|
9 december
2018
|
27 oktober
2019
|
322
|
98
|
Wilmes I
|
Sophie Wilmes
(
MR
)
|
MR
/
Open Vld
,
CD&V
|
27 oktober
2019
|
17 maart
2020
|
141
|
99
|
Wilmes II
|
Sophie Wilmes
(
MR
)
|
MR
/
Open Vld
,
CD&V
|
17 maart
2020
|
1 oktober
2020
|
198
|
100
|
De Croo
|
Alexander De Croo
(
Open Vld
)
|
PS
/
Vooruit (sp.a)
,
MR
/
Open Vld
,
Ecolo
/
Groen
,
CD&V
|
1 oktober
2020
|
heden
|
1354
|
Omdat in de Belgische bestuurspraktijk meermaals overleg nodig is tussen de verschillende beleidsniveaus, is het Overlegcomite in het leven geroepen. Het comite, dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de federale en gewestelijke regeringen, kan tevens ondergeschikte
Interministeriele Conferenties
van vakministers instellen.
- Andre Alen
,
Handboek van het Belgisch Staatsrecht
, 1995,
ISBN 9055831298
, p. 220-235
- Marc Uyttendaele
,
Regards sur un systeme institutionnel paradoxal. Precis de droit public belge
, 1997,
ISBN 2802710281
, p. 374-482
- Francis Delperee
,
Le systeme constitutionnel de la Belgique
, 2000,
ISBN 2804407128
, p. 182-199
- Emmanuel Gerard en Frederik Verleden,
De Belgische regeringen sinds 1831. Ministers, bevoegdheden, partijen
, 2022.
ISBN 9789461174031
Bronnen, noten en/of referenties
|