Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een
bajonet
(
geweerdolk
) is een
mes
- of
dolkvormig
gevechtswapen dat werd ontworpen om op of over de loop van een
geweer
of ander
vuurwapen
te leggen.
Medio zeventiende eeuw waren er regelmatig conflicten binnen Frankrijk. De burgers van de zuidelijke Franse stad
Bayonne
stopten hun
dolk
in de loop van hun
musketten
om zo een soort
lans
te vormen.
Het voordeel van zo'n wapen met twee toepassingen was spoedig duidelijk. Vroege musketten hadden niet zo'n hoge vuursnelheid als moderne wapens (ongeveer een schot per minuut) en waren onbetrouwbaar. De bajonetten waren een nuttige toevoeging aan het wapensysteem.
Het nadeel was dat je met een musket met een mes in de loop niet meer kon schieten.
Hierdoor werden al gauw modellen ontwikkeld die onder (naast) de loop gemonteerd werden en zo de loopmonding vrij lieten.
In de 18e en 19e eeuw werd veel met bajonetten geexperimenteerd. Tijdens de
Amerikaanse Burgeroorlog
werden bajonetten zelfs vastgemaakt aan
pistolen
, maar zij bleken vrij nutteloos. De beroemde
Friedrich Wilhelm von Steuben
voerde in 1776 de nu bekende bajonetexercities in. Het
kapmes
nam de positie als steekwapen van de bajonet over.
Zelfs in moderne oorlogvoering worden de bajonetten nog gebruikt als steekwapen. De Britse troepen gebruikten dit wapen bijvoorbeeld bij de
Falklandoorlog
en de
invasie van Irak
.
Bronnen, noten en/of referenties
|