Het
Augustijnenklooster
is een voormalig
klooster
van de
augustijnen
in de
Nederlandse
stad
Maastricht
. Het klooster ontstond halverwege de dertiende eeuw en was aanvankelijk gevestigd op een plek direct aan de
Maas
, iets ten zuidoosten van de tegenwoordige locatie. In de zestiende eeuw werd een nieuw klooster gebouwd, dat in de zeventiende eeuw werd vernieuwd en aan het eind van de achttiende eeuw werd opgeheven. Van het klooster resteert nog de barokke
Augustijnenkerk
en een klein deel van een kloostervleugel. In de twintigste eeuw vestigden zich opnieuw augustijnen en augustinessen in Maastricht, die eveneens sporen in het stadsbeeld hebben achtergelaten.
De
kloosterorde der augustijnen
is waarschijnlijk in de elfde eeuw ontstaan, aanvankelijk als
kluizenaarsorde
, vanaf 1256 door
paus Alexander IV
als reguliere
bedelorde
erkend. De augustijner koorheren (
Latijn
:
Canonici Regulares Sancti Augustini
, afgekort CRSA of CanReg) waren
reguliere kanunniken
, leden van een religieus
sticht
, die in tegenstelling tot
seculiere kanunniken
in een
kloostergemeenschap
samenleefden, de
priesterwijding
hadden ontvangen en de
orderegel
van
Augustinus van Hippo
navolgden (de
ordo antiquus
of de
ordo novus
).
Het precieze jaar van vestiging in Maastricht is niet bekend, maar moet voor het midden van de dertiende eeuw hebben plaatsgevonden. In 1254 bedienden zij zich van een kapel, op de Vismarkt langs de
Maas
gelegen, vlak bij de aan het eind van de dertiende eeuw hier gebouwde nieuwe brug (de huidige
Sint Servaasbrug
) en schuin tegenover de
kerspel
kapel van Sint-Evergislus
(aan de
Maastrichter Brugstraat
). Aan het eind van de dertiende eeuw woonden de augustijnen in een
convent
dat gevestigd was in een aantal bestaande huizen die hen door weldoeners waren geschonken. Deze huizen lagen tussen de stadsmuur langs de Maas en de Bokstraat (de huidige Kesselskade, waarvan de oostelijke bebouwing bij de aanleg van het
Kanaal Maastricht-Luik
werd gesloopt). Op oude stadsgezichten, zoals dat van Simon de Bellomonte uit 1575 in de stedenatlas van Braun en
Hogenberg
, zijn de tegen en deels op de stadsmuur gebouwde kloostergebouwen en de kapel met het buiten de walmuur uitstekend
priesterkoor
, dat door palen gesteund werd, goed te herkennen. Volgens de Maastrichtse
humanist
en geschiedschrijver
Matthaeus Herbenus
kon de kloosterkapel dankzij de vondst van een Romeinse muntschat in het midden van de vijftiende eeuw uitgebreid en verfraaid worden.
[1]
Langzamerhand voldeed het klooster niet meer - men beklaagde zich erover dat, als men een wandelingetje wilde maken, men meteen op de straten en wallen van de stad stond - en moesten de paters naar een betere behuizing uitzien. Na herhaalde klachten over hun huisvesting, werd hen ten slotte in 1586 door het stadsbestuur het gebruik aangeboden van de
kapel van Maria ten Oeveren
(
Sancta Maria ad Littus
) op de hoek van de Bokstraat en de
Mariastraat
. Deze
kerspelkapel
, ook wel kleine Mariakerk of
Maria Minor
genoemd, was onderhorig aan het
kapittel
van de
Onze-Lieve-Vrouwekerk
(
Maria Maior
). Pas in 1609 verkregen de paters van het kapittel het eigendom van de kapel en bijbehorende gronden.
Voor de bouw van het nieuwe Augustijnenklooster naast de Maria-ten-Oeverenkapel werd in 1610 een
kluizenarij
afgebroken. De
kluizenaar
verhuisde naar de Kapoenstraat.
[2]
Bekend is dat de augustijnen vanouds als kluizenaars leefden, dus wellicht waren al een of meerdere augustijnen voor 1610 op de plek van het latere klooster gehuisvest en hadden ze hier bepaalde rechten. Toen dit voltooid was ging men in 1659 over tot sloop van de kapel en nieuwbouw van de nog bestaande kloosterkerk. Deze kon op 27 mei 1661 door de
wijbisschop van Luik
, Mgr. Blavier, worden ingewijd.
De augustijner koorheren vervulden op verschillende plekken in Maastricht priesterlijke taken. Zo lazen ze op maandag de
mis
bij het begin van de raadsvergaderingen en tweemaal per week in de kerk van de
commanderij Nieuwen Biesen
van de
Duitse Orde
. Ook bedienden ze het "Siecken", de
leprozerie
aan de
Scharnerweg
(ongeveer tegenover de marechausseekazerne).
Eind 1794 werd Maastricht ingenomen door de Franse revolutionaire legers. Op 1 september 1796 werd het klooster, zoals alle kloosters in Maastricht, door de nieuwe Franse machthebbers opgeheven. De inventaris van kerk en klooster werden door de Franse staat geconfisqueerd en geveild. In 1900 vond de archivaris
August Flament
de catalogus van de augustijnenbibliotheek terug op de zolder van de pastorie van
Heer
.
[3]
De kloostergebouwen deden vervolgens onder meer dienst als militair depot,
militiezaal
, stads
armenschool
, stadstekenschool en oudheidkundig museum van het
LGOG
(voorloper van het
Bonnefantenmuseum
). De kerk werd onder andere gebruikt als toneelzaal, tentoonstellingszaal van
societeit Momus
, schoolgebouw voor kinderen van
Belgische vluchtelingen tijdens de Eerste Wereldoorlog
en daarna als
parochiekerk
Sint-Jozef (1920-'64), waarvoor de kerk grondig werd verbouwd. In 1876 werd een deel van het klooster afgebroken ten behoeve van de verbreding van de
Mariastraat
;
[4]
in 1922 volgde de rest wegens bouwvalligheid. Een klein deel bleef bewaard als onderdeel van de
pastorie
van de nieuwe Sint-Jozefparochie. De bewaard gebleven kloosterkerk is sinds 1966 een
rijksmonument
en is in 1974-'76 gerestaureerd. De kerk was enige jaren in gebruik als discotheek NightLive, daarna als kinderspeelzaal FunVille. In een deel van de kerk is het verenigings- en repetitielokaal van de
Mastreechter Staar
gevestigd.
-
Eerste klooster (Van Gulpen, reconstructie)
-
Kerk met kloosterpoort (Van Gulpen, ca 1850)
-
Gesloopte kloostervleugel (1916)
-
Restant kloostervleugel (2014)
- 1617 Nicolas Crusens
[5]
- 1656 Leonard Coenen (later prior te Leuven; † 1685)
[5]
- 1660 Gregorius van Dongen
[5]
In de tweede helft van de twintigste eeuw vestigden zich opnieuw augustijnen in Maastricht. Van 1960 tot 1979 woonden augustijnen in een modern klooster in de naoorlogse woonwijk
Malpertuis
. De paters waren onder andere actief in het rectoraat van de naastgelegen
parochiekerk
. Nadat de augustijnen Malpertuis in 1979 hadden verlaten, was het klooster enige tijd in gebruik als dagcentrum voor gehandicapten. Tegenwoordig zijn hier de kantoren van
Opera Zuid
gevestigd.
Van 1964 tot 2005 waren er
Zusters Augustinessen van Sint Monica
gevestigd in Maastricht. Tot 1996 woonden de zusters in het voormalige Rooms-katholieke weeshuis op de hoek
Lenculenstraat
-Verwerhoek in het
Jekerkwartier
; daarna nog enige jaren in een woonhuis aan de
Statensingel
.
[6]
De "
Hof van Sint-Monica
" aan de Lenculenstraat is omstreeks 2009 verbouwd tot woningen.
Van het eerste Augustijnenklooster is voor zover bekend niets overgebleven. De fundamenten zijn waarschijnlijk bij de aanleg van het
Kanaal Maastricht-Luik
vergraven. Van het tweede klooster is behalve de kerk aan de
Kesselskade
eveneens weinig over. Een klein gedeelte van een kloostergevel, drie
spitsboogvensters
van de voormalige
kruisgang
, een gedeelte van een
kroonlijst
op zware
consoles
, is alles wat resteert.
De Augustijnenkerk werd van 1609-1659 gebouwd in de stijl van de vroege
Luikse barok
. De kerk is opgetrokken uit
baksteen
,
mergel
en
Naamse steen
. Het gebouw bestaat uit een
eenbeukig
schip
met een later toegevoegd
koor
. De barokke voorgevel is rijk geornamenteerd met
pilasters
,
nissen
en
reliefs
van
mergelsteen
. De kerk is sinds 1966 een
rijksmonument
.
[7]
Het voormalige Augustijnenklooster in de buurt
Malpertuis
in
Maastricht-West
bevindt zich naast de parochiekerk aan het Malpertuisplein en vormt architectonisch een geheel met de kerk. Het ontwerp van Jean Huysmans uit 1964 bestaat uit een eenlagig, paviljoenachtig gebouw van rode
baksteen
.
Het Maastrichtse
Klooster van de Augustinessen van Sint-Monica
werd in 1964 ondergebracht in het voormalige RK weeshuis. Het oudste deel is de vleugel langs de Verwerhoek met aan de zuidzijde een
topgevel
met resten van
accoladebogen
boven de vensters, wellicht uit de zestiende eeuw. Aan de hofzijde bezit deze vleugel een gevel met
kruiskozijnen
en een middenpartij met een
fronton
uit het begin van de achttiende eeuw. De vleugel aan de Lenculenstraat bestaat uit twee delen: de grotendeels vernieuwde westelijke helft heeft een grote toegangspoort met
hardstenen
omlijstingen met blokwerk. Aan de hofzijde heeft dit gedeelte
jaarankers
40 (1640). De oostelijke helft van de vleugel aan de Lenculenstraat heeft een
lateiboogingang
en -vensters in hardsteen en aan de hofzijde een steen met het jaartal 1778.
[8]
De fraaie neogotische kapel aan de achterzijde is een ontwerp van
Johannes Kayser
en is waarschijnlijk omstreeks 1900 tot stand gekomen in opdracht van de
Liefdezusters van de Heilige Carolus Borromeus
, die in deze periode het RK Weeshuis bestierden en ook voor hun eigen klooster door Kayser een nieuwe kerk lieten bouwen.
[9]
[10]
-
Augustijnenklooster Malpertuis
-
Augustinessenklooster, gevel Lenculenstraat
-
Augustinessenklooster, hofzijde
-
Augustinessenklooster, kapel "Hof van Monica"
Geraadpleegde literatuur, verwijzingen
- Boogard, J. van den, en S. Minis
(2001):
Monumentengids Maastricht
. Primavera Pers, Leiden.
ISBN 90-74310-52-4
- Martin, Marijke
(2000):
Opkomst van de moderne stad. Ruimtelijke veranderingen in Maastricht 1660-1905
. Waanders Uitgevers, Zwolle. Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist.
ISBN 90-400-9323-7
- Nispen tot Sevenaer, E.O.M. van
(1926/1974):
De monumenten in de gemeente Maastricht. Deel 1
, pp. 150-154. Gijsbers & van Loon, Arnhem (
online tekst
)
- Ubachs, Pierre J.H.
, en
Ingrid M.H. Evers
(2005):
Historische Encyclopedie Maastricht
. Walburg Pers, Zutphen /
RHCL
, Maastricht.
ISBN 90-5730-399-X
- ↑
Ubachs/Evers (2005), pp. 41-42: 'augustijnen, Maastricht'; p. 82: 'Bokstraat'.
- ↑
Ubachs/Evers (2005), pp. 341-342: 'Mariastraat' en 'Maria-ten-Oever'.
- ↑
Ubachs/Evers (2005), p. 72: 'bibliotheek'.
- ↑
Martin (2000), p. 166.
- ↑
a
b
c
Pierre Doppler
(1929): 'Namen van geestelijke en wereldlijke waardigheidsbekleeders in Limburg', in:
De Maasgouw
, jrg. 49 (1929), nr. 2, p. 19 (
online tekst
op Delpher).
- ↑
Ubachs/Evers (2005), p. 42: 'Augustinessen van de H. Monica'.
- ↑
Van den Boogard/Minis (2001), p. 67.
- ↑
Informatie over rijksmonumentnummer 27278
.
- ↑
Zie Ubachs/Evers (2005), pp. 574-575: 'Weeshuis, Rooms-Katholiek'.
- ↑
'Hof van Monica' op
kerkgebouwen-in-limburg.nl
.
Gearchiveerd
op 30 mei 2014.
Kloosters en christelijke leefgemeenschappen in
Maastricht