Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De
atalanta
(
Vanessa atalanta
) of
admiraalvlinder
of
nummervlinder
is een van de meest voorkomende
vlinders
in Belgie en Nederland. In
Noord-Europa
is het een van de laatste vlinders die gezien kan worden voor de winter begint. In het zuiden vliegt de vlinder ook op zonnige winterdagen. De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1758 door
Carl Linnaeus
als
Papilio atalanta
.
De atalanta is een opvallende
trekvlinder
met een
spanwijdte
van 5-6 cm. In Belgie en Nederland komen twee generaties per jaar voor. De eitjes worden een voor een op de
brandnetel
afgezet.
De rups is 35 tot 40 mm lang, en de kleur van exemplaren onderling varieert sterk. De grondkleur is geelachtig grijs tot zwart met op de zijkanten geelwitte vlekken. De rups vouwt de bladtoppen met
spinseldraden
naar elkaar toe. De pop is grijs of bruin met op de rugzijde blauwglanzende vlekken.
Men kan deze
vlinders
vrijwel overal tegenkomen, tot meer dan 2000 meter hoogte in de
Alpen
. Ze overwinteren in Zuid-Europa en trekken in het voorjaar naar het noorden. De vliegtijd in Noordwest-Europa is van mei tot oktober. In het najaar trekt een deel van de aanwezige vlinders weer terug en plant zich in het zuiden voort. Soms probeert de
imago
in Nederland te overwinteren, maar in het algemeen zonder veel succes.
[2]
Toch worden vaak al vroeg in het jaar waarnemingen gedaan. De hoogste aantallen atalanta's worden gevonden in jaren waarin het in mei en juni warm weer is.
[2]
De meest noordelijke plaats waar de vlinders kunnen overwinteren is het uiterste zuidwesten van
Duitsland
.
[3]
Het vliegen tijdens de trek gebeurt indien gunstig op grote hoogte, er wordt gebruik gemaakt van noordenwinden, soms ook 's nachts.
[2]
De vlinder heeft ongeveer vijf weken nodig om van
Finland
naar de
Middellandse Zee
te vliegen.
[4]
De soort komt ook voor in gematigde gebieden van
Azie
en in
Noord-Amerika
.
Atalanta's leven vooral van
nectar
, maar ook wel van boomsappen en rottend fruit. Nectarplanten zijn onder andere bloeiende
liguster
,
klimop
,
vlinderstruik
en
hemelsleutel
. De nectar wordt opgelikt met een lange
roltong
.
Als trekvlinder moet de atalanta onder andere de
Pyreneeen
passeren, voor vele blijken de weersomstandigheden daar een niet te nemen obstakel.
De
waardplant
voor de vlinder is de
brandnetel
. Hier worden de eitjes gedeponeerd en eten de rupsen. Zonder de brandnetel kan de atalanta niet voortplanten en dus als soort niet overleven. Een voor de vlinder aantrekkelijke plantencombinatie is een hoekje brandnetels naast of in de buurt van een vlinderstruik.
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑
(
en
)
Atalanta op de IUCN Red List of Threatened Species
.
- ↑
a
b
c
Bos, F.
,
Bosveld, M., Groenendijk, D., van Swaay, C., Wynhoff, I., De Vlinderstichting
(2006).
De dagvlinders van Nederland, verspreiding en bescherming (Lepidoptera: Hesperioidea, Papilionoidea. ? Nederlandse Fauna 7
. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey - Nederland, Leiden, p. 252-255.
ISBN 9789050112277
.
- ↑
Hensle (2001) "
[1]
".
Gearchiveerd
op 1 november 2020.
- ↑
Mikkola, K. (2003) "
The Red Admiral butterfly (Vanessa atalanta, Lepidoptera: Nymphalidae) is a true seasonal migrant: an evolutionary puzzle resolved?
"
European Journal of Entomology
, jrg. 100, nr. 4, pp. 625-626.
Gearchiveerd
op 27 februari 2012.
|
|
---|
Vanessa atalanta
| |
---|
Papilio atalanta
| |
---|