Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Anna Sutorius
(
Tilburg
,
8 mei
1880
?
Bilthoven
,
30 juni
1954
) was een
Nederlandse
kinderboekenschrijfster
en
tekstdichteres
. Ze schreef meer dan honderd
jeugdboeken
.
Het bekendste werk van Sutorius is het
kinderliedje
'Onder moeders paraplu' (1910).
Anna Sutorius groeide op in een katholiek gezin. Zij was de dochter van wolhandelaar Wilhelmus Hubertus Alphonse Sutorius en Anna Maria Josepha Swagemakers. Zij had vijf zussen en een broertje. Sutorius bleef altijd ongetrouwd. Wel was zij pleegmoeder van een nichtje.
Sutorius debuteerde in 1907 met
Kinderwereld,
een bundel kinderversjes met tekeningen van
Rie Cramer
. De versjes werden op muziek gezet door
Catharina van Rennes
.
[1]
De leesboeken van Anna Sutorius waren zeer geliefd bij de jeugd in de eerste helft van de twintigste eeuw. De inhoud was minder braaf dan ander werk uit die periode, kinderen in haar verhalen konden ondeugend zijn en ouders en onderwijzers hadden niet altijd gelijk. In
Meisjes-idylle
bijvoorbeeld trekken meisjes er zonder ouderlijk toezicht met de auto op uit en in '
t Dorpskindje
"loopt" een H.B.S.-meisje met een jongen. De kritieken op het werk van Sutorius waren dan ook zeer gemengd.
De boeken en
liedbundels
werden geillustreerd door onder anderen
Rie Cramer
,
Nelly Spoor
,
Berhardina Midderigh-Bokhorst
,
Sijtje Aafjes
en Wouter Kauders.
Componist
Johannes Wierts
zette veel van haar versjes op muziek. Bijvoorbeeld: 'Onder moeders paraplu'; 'Klein poppedijntje, donderidon'; 'Een aardig, klein wit poesje was op de wandeling'; en 'Prinsesje in de tuin'. Ook door
Nelly van der Linden van Snelrewaard-Boudewijns
werden liedteksten van haar hand getoonzet.
Drie van haar liedjes werden opgenomen in het
kinderliedboek
Kun je nog zingen, zing dan mee! Voor jonge kinderen
(1912). Hierdoor konden deze liedjes in ruimere kring bekend raken.
Een kleine greep uit het uitgebreide oeuvre.
- Kiekjes uit het kinderleven (ca. 1910), muziek van
J.P.J. Wierts
- In de speelkamer (1912), ill.
Berhardina Midderigh-Bokhorst
. Reeks: Voor school en thuis
- Winkeltje spelen (1912). Reeks: Voor school en thuis
- Kleuterboekje (ca. 1914)
- Van drie kaboutertjes (ca. 1915). Reeks: Voor school en thuis
- Een stout grapje (ca. 1915), ill. Berhardina Midderigh-Bokhorst
- Stoute poppen-kinderen (ca. 1915)
- Voor kleine kleuters (ca. 1925)
- De reis in den hoedendoos (ca. 1922)
- 't Dorpskindje (1924)
- Het nieuwe St. Nicolaasboek (ca. 1925)
- De kinderen van het bloemenhuis (1932)
- De Heuvelhoeve (ca. 1937)
- Meisje Idylle (ca. 1938)
- De kinderen van het Laurierstraatje (ca. 1939)
- De Vierde Mulo (ca. 1946)
- Het huis met de vier populieren (ca. 1950)
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑
Bea Bos
,
Anna Sutorius
. Lexicon van de jeugdliteratuur (1999).
Gearchiveerd
op
15 september 2019
. Geraadpleegd op
20 juli 2018
.
|