Alfastraling (bovenste) wordt al tegengehouden door een stukje papier, betastraling door een aluminium plaat en gammastraling gaat zelfs door heel dikke materialen.
Alfastraling
Alfastraling
is een van de meest voorkomende vormen van
ioniserende straling
, bestaande uit
alfadeeltjes
. Alfastraling komt vrij bij alfaverval van grotere kernen zoals
uranium
en
plutonium
. Een alfadeeltje bestaat uit twee
protonen
en twee
neutronen
en is daarmee de kern van een
helium-4-atoom He
2+
.
Een voorbeeld van zo'n
reactie
is het
radioactieve verval
van
uranium-235
tot
thorium-231
:
![{\displaystyle {\ce {^{235}_{92}U -> ^{231}_{90}Th + ^{4}_{2}He}}}](https://wikimedia.org/api/rest_v1/media/math/render/svg/834d2b691a49d648bcd5e5fb289c8983f442b7d9)
wordt vaak korter als een alfadeeltje α geschreven:
![{\displaystyle {\ce {^{235}_{92}U -> ^{231}_{90}Th + \alpha}}}](https://wikimedia.org/api/rest_v1/media/math/render/svg/161a4981f9136bc65f7aa02cc24ff704d104f2c1)
Alfastraling ontstaat in het α-vervalproces van een
radio-isotoop
, waarin een
atoomkern
een
4
He-kern uitzendt. De radio-isotoop verliest daarmee twee protonen en twee neutronen. Dit wordt op kwantumniveau mogelijk gemaakt door het
tunneleffect
. Het
massagetal
wordt daarmee met vier verminderd en het
atoomnummer
met twee. Er wordt dus een compleet ander element gevormd.
Alfastraling kan al door een vel
papier
worden tegengehouden en heeft daarmee een kleiner doordringend vermogen dan
betastraling
, die door een dik boek kan worden tegengehouden en ook dan
gammastraling
, waar een
betonnen
muur om die tegen te houden.
Alfadeeltjes
zijn gevaarlijk als ze op
weefsel
inwerken, ze brengen daarin chemische reacties teweeg, maar zijn gemakkelijk tegen te houden: een blad papier houdt alfadeeltjes al tegen. Alfastralers zijn daarom eigenlijk alleen gevaarlijk als ze in het
lichaam
worden opgenomen, bijvoorbeeld wanneer men alfastralers via het voedsel of via injectie naar binnen krijgt.
Aleksandr Litvinenko
werd op deze manier vergiftigd. Eenmaal in het lichaam kunnen zij in hun directe omgeving grote schade aanrichten, omdat alle energie die vrijkomt bij hun verval, zich in een klein gebied om de vervallende kern concentreert.
Een andere besmettingsweg is de blootstelling aan
gasvormige
alfastralers, zoals het edelgas
radon
. Als
radium
door alfaverval twee protonen verliest, wordt radon gevormd, een alfastraler. Doordat radon ingeademd kan worden, is het erg gevaarlijk. De zeer krachtige alfastraling raakt de binnenkant van de
longen
en kan daar veel schade aanrichten. De eveneens radioactieve vervalproducten zijn bovendien niet meer vluchtig en zetten zich daarom af in de longen.
Een ander voorbeeld van alfastralers die door inademing gevaarlijk worden, is
polonium-210
, een radioactieve
isotoop
, die in
sigarettenrook
zit. Het roken van anderhalf pakje sigaretten per dag geeft in een jaar een even grote dosis als 300 rontgenscans van de borst.
[1]