Albert Leon Louis Coppe
(
Brugge
,
26 november
1911
-
Tervuren
,
30 maart
1999
) was een
Belgisch
hoogleraar
aan de
Katholieke Universiteit Leuven
en
politicus
. Hij was onder meer medeoprichter van de
Christelijke Volkspartij
,
volksvertegenwooriger
,
minister
en
Europees commissaris
.
Albert Coppe behoorde tot een
Brugse
handelaarsfamilie. Zijn vader dreef een kolenhandel nabij de Brugse achterhaven. Hij was de vierde in een gezin van acht kinderen. Zijn ouders, een zus en een tante verloren in 1942 het leven tijdens een bombardement op de
haven van Brugge
. Zelf trouwde hij in 1940 met Marie-Henriette Van Driessche, dochter van Joseph Van Driessche, burgemeester van
Hamme
1921-1958. Ze hadden samen acht kinderen.
Hij liep tijdens de
Eerste Wereldoorlog
lagere school in
Haarlem
en middelbare school in het
Sint-Lodewijkscollege
(1919-1924) en het
Sint-Franciscus-Xaveriusinstituut
(1924-1929) in Brugge.
Van 1929 tot 1940 studeerde Coppe aan de
Katholieke Universiteit Leuven
. Aan deze universiteit werd hij in 1932 licentiaat in de handels-en financiele wetenschappen, in 1933 licentiaat in politieke en sociale wetenschappen, in 1934 licentiaat in de toegepaste economische wetenschappen en in 1939 doctor in de economische wetenschappen.
Vanaf 1933 was hij assistent boekhouding en financiele controle bij professor Vaes. In augustus 1940 werd hij benoemd tot hoogleraar economie aan de faculteit Economische en Sociale Wetenschappen, waar hij tot in 1983 onafgebroken doceerde, eerst als gewoon hoogleraar, vervolgens als buitengewoon hoogleraar. In 1945 werd hij eveneens redacteur economie bij het dagblad
De Nieuwe Standaard
.
In 1946 werd Coppe voor de
CVP
verkozen tot lid van de
Kamer van volksvertegenwoordigers
in het
arrondissement Brussel
, een functie die hij bleef uitoefenen tot in 1952. Van juni tot augustus 1950 was hij eveneens
minister van Openbare Werken
in de
regering-Duvieusart
, van augustus 1950 tot januari 1952
minister van Economische Zaken
en
Middenstand
in de
regering-Pholien
en van januari tot augustus 1952
minister van Wederopbouw
in de
regering-Van Houtte
.
In augustus 1952 verliet hij de nationale politiek om vicevoorzitter van de Hoge Autoriteit van de
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
te worden, een functie die hij bleef uitoefenen tot in 1967. Daarna was hij van 1967 tot 1973 lid van de
Europese Commissie
: van 1967 tot 1969 met de bevoegdheden Begroting, EGKS-investeringen en Voorlichtingsdiensten en van 1969 tot 1973 met de bevoegdheid Sociale Sector.
Daarenboven was Coppe van 1969 tot 1972 voorzitter van de
Vereniging voor Internationale Relaties
. Ten tijde van de discussies rond de
staatshervorming
was hij een pleitbezorger van het
unionistisch federalisme
en in de jaren 1990 behoorde hij tot een drukkingsgroep van zakenlui die zich verenigden in de vzw Tegen het
Separatisme
.
Na het einde van zijn Europese loopbaan was Coppe vanaf 1973 actief in het bedrijfsleven. Van 1974 tot 1983 was hij voorzitter van de Bedrijfsraad van de Bouwnijverheid en van 1973 tot 1979 was hij lid van de toezichtsraad van
Koninklijke Philips Electronics
. Hij was eveneens actief bij de
Generale Bank
: van 1974 tot 1977 als bestuurder en van 1977 tot 1981 als voorzitter van de raad van bestuur.
- Problemes d'economie charbonniere. Essai d'orientation economique
, Brugge, 1939
- Economische politiek en levensstandaard
, Brugge, 1946
- De Europese uitdaging
, Antwerpen - Utrecht, 1970
- Inflatie
, Antwerpen - Amsterdam, 1974
- De multinationale onderneming
, Antwerpen -Utrecht, 1974
- Polemiek rond Belgie
, Acco, 1992
- Bijdragen in wetenschappelijke tijdschriften
- Zeer talrijke artikels in:
- La Patrie
(1935)
- De Nieuwe Standaard
(1944-1950)
- La Libre Belgique
(1974-1988)
- De Financieel-economische Tijd
(1989-1995)
- Gazet van Antwerpen
(1989-1993)
- De Nieuwe Gids
(1975-1995)
- Coppe werd
doctor honoris causa
van de Universite Ste Marie in
Montreal
(1953) en de Catholic University in
San Antonio
(1955).
- Hij was erevoorzitter van de oud-leerlingenbond van het Franciscus-Xaveriusinstituut in Brugge.
- Hij ontving de
Maurits-Sabbeprijs
van de Vereniging
Bruggelingen Buiten Brugge
.
- Jean-Claude RICQIER,
Ou Albert Coppe donne libre audience a ses souvenirs
, in: Revue generale, 1987.
- Fernand BONNEURE,
Albert Coppe
, in: Lexicon van West-Vlaamse schrijvers, Deel 3, Torhout, 1986.
- Luc FOSSAERT,
Albert Coppe, een staatsman van bij ons
, in: Concordia (driemaandelijks tijdschrift), Brugge, 1994.
- Eric VANDEWALLE & Gaston DURNEZ,
Albert Coppe
, in: Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, Tielt, Lannoo, 1998.
- Leo TINDEMANS & Daniel CARDON DE LICHTBUER (uitg.),
Albert Coppe
, uitg. Garant, Antwerpen - Apeldoorn, 2006.