Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De
Akademeia
,
Grieks
:
?καδ?μεια
, of de
Academie van Athene
was een beroemd
gymnasium
en school in het
oude Athene
. De Akademeia werd in
387 v.Chr.
door
Plato
opgericht. Plato richtte deze academie op om aan jonge Atheense burgers onderricht in de
filosofie
te geven. Tot de leerlingen aan de Akademeia hoorde onder meer Plato's belangrijkste leerling
Aristoteles
. Zij hebben er beide les gegeven. De naam is zo gekozen omdat de gebouwen op het terrein van de heros
Akademos
lagen. Plato is ook uiteindelijk begraven in een speciaal voor hem aangelegde tuin op het terrein.
De Akademeia was geen school zoals we dat nu kennen, maar een groep mensen uit de hogere klasse die filosofische vraagstukken bespraken.
[1]
[2]
In de tijd van Plato was de toegang vrij voor iedereen.
[3]
Plato heeft er veertig jaar lezingen gegeven. Na zijn overlijden werd de Akademeia door diens neef
Speusippos
voortgezet, de zoon van zijn oudere zuster,
Potone
, terwijl Aristoteles zijn eigen weg ging. In de Akademeia waren geen leraren en leerlingen, maar wel senior en junior sprekers.
[4]
Het einde van de Academie kwam in 86 voor Christus toen
Lucius Cornelius Sulla
Athene veroverde en de Academie vernietigde.
[5]
De
platonistische
filosoof
Cassius Longinus
gaf in het midden van de derde eeuw na Christus gedurende een kleine dertig jaar les in Athene.
In 410 na Christus werd een Neo-platonistische academie gesticht.
[6]
De
Byzantijnse
keizer
Justinianus de Grote
ontnam in
529
de betalingen aan de academie in Athene, maar liet het doorgaan in Constantinopel, Antiochie en Alexandrie.
[7]
Hoewel dit edict volgens
Johannes Malalas
specifiek tegen het onderwijs in Athene was gericht, heeft dat niet geleid tot de sluiting van de Akademeia. Waarschijnlijk werd er tot in de 7e eeuw filosofie gedoceerd.
De geschiedenis van de Academie wordt door sommige onderzoekers verdeeld in twee perioden:
- De Oude Academie, met Plato,
Speusippus
,
Xenocrates
en hun volgelingen
- De Nieuwe Academie, of de 'Sceptische Academie' van de 3e en
2e eeuw v.Chr.
Anderen spreken van 5 fasen in haar geschiedenis:
- De Oude Academie, zoals in de vorige indeling
- De Midden Academie, met
Arkesilaos
- De Nieuwe Academie, met
Carneades
- De Vierde Academie, met
Philo van Larissa
- De Vijfde Academie, met
Antiochus van Ascalon
Gedurende het grootste deel van haar geschiedenis was de Akademeia gewijd aan het toelichten en verduidelijken van doctrines van Plato, die in de dialogen niet helemaal waren uitgewerkt. Deze
'ongeschreven leer' van Plato
werd blijkbaar aan zijn opvolgers doorgegeven en is ons nu vooral bekend dankzij het werk van
Aristoteles
. Er werd uitgegaan van twee tegenover elkaar gedachte eerste principes: 'Het Ene' en 'De Onbepaalde Tweeheid'. Uit deze principes ontstaan de
Vormen of Ideeen
- die mogelijk met getallen kunnen worden vereenzelvigd - die op hun beurt als overgang wiskundige vormen genereren en, op het laagste niveau, de zintuiglijk waarneembare dingen.
[8]