Adriaen Brouwer
(
Oudenaarde
, ca.
1604
?
Antwerpen
, voor
1 februari
1638
) was een
Vlaamse
kunstschilder en tekenaar en een pionier van de
genreschilderkunst
. Hij was aanvankelijk actief in de
Noordelijke Nederlanden
, maar kende zijn vruchtbaarste periode in de
Scheldestad
, waar hij op jonge leeftijd aan ziekte overleed.
Reeds kort na het overlijden van de schilder Brouwer bestond er onduidelijkheid over zijn afkomst. Op basis van archiefonderzoek in
Amsterdam
,
Antwerpen
,
Gouda
,
Haarlem
en
Oudenaarde
werd vastgesteld dat Adriaen Brouwer hoogstwaarschijnlijk tussen
1603
en
1605
in Oudenaarde werd geboren als zoon van Adriaen de Brauwere en Maria de Sutter. Zijn vader was er vermoedelijk werkzaam in de tapijtnijverheid, als tekenaar van
kartons
voor Oudenaardse
wandtapijten
. In
1613
is de laatste vermelding van deze familie in Oudenaarde, omdat het gezin verhuisde naar de
Noordelijke Nederlanden
.
De historische sporen leiden naar Gouda (
1614
), waar de vader van Adriaen Brouwer werk vond in de tapijtnijverheid. Adriaen kan daar in contact zijn gekomen met de Amsterdamse kunsthandelaar Michiel Le Blon. Brouwer verbleef in
1626
in Amsterdam, waar hij inwoonde en werkte bij de Vlaamse schilder-herbergier Barend Van Someren. In hetzelfde jaar staat Adriaen Brouwer ook in Haarlem vermeld als "beminnaer" van de rederijkerskamer "De Wijngaertrancken". Pieter Nootmans roemt hem in
1627
in een eredicht als "Schilder van Haerlem". Daarnaast wordt hij in veel bronnen als leerling van
Frans Hals
in Haarlem genoemd. Hiervoor is geen direct bewijs, maar stilistische verwantschap maakt het aannemelijk. De manier waarop Frans Hals emoties wist vast te leggen op doek, zien we terugkomen in het werk van Adriaen Brouwer.
In
1631
verhuisde Brouwer naar Antwerpen, wat kan worden afgeleid uit zijn inschrijving bij het
Sint-Lucasgilde
. Zijn verblijf in de Scheldestad werd de vruchtbaarste periode van zijn kunstenaarsloopbaan. Twee jaar later was hij opnieuw in Haarlem om in het bijzijn van zijn familie als getuige op te treden bij de doop van zijn nicht. Kort na zijn terugkomst in Antwerpen werd Adriaen Brouwer gevangen genomen en opgesloten in
den casteele van Antwerpen
. In de bronnen worden hier verschillende redenen voor genoemd: volgens sommigen werd hij door de Spanjaarden op beschuldiging van spionage vastgezet, anderen houden het op belastingschulden. Zeker is dat Brouwer regelmatig in de schulden zat. In de gevangenis sloot hij vriendschap met de bakker
Joos van Craesbeeck
, die hij leerde schilderen. Na zijn vrijlating ging Brouwer wonen bij de etser
Paulus Pontius
en werd hij lid van de rederijkerskamer "
De Violieren
".
Brouwer stierf kennelijk als een arme man en werd begraven in de kerk van de
karmelieten
. Volgens
Houbraken
zou hij eerst in een massagraf voor pestdoden zijn geworpen en liet Rubens een maand later het lijk opgraven en deftig begraven. Wat vaststaat, is dat Brouwers leerling Jan-Baptist Dandoy zijn nalatenschap afwikkelde.
Brouwer was met zijn vriend
David Teniers de Jonge
een van de bekendste
genreschilders
uit de 17de eeuw. Hun werk in de traditie van
Pieter Bruegel de Oude
was dermate populair dat men bij hun leven al ging spreken over "brouwerkens" en "tenierkens" (om schilderijen in hun stijl aan te duiden). De scenes van Brouwer zijn veelal kleine panelen die zich haast uitsluitend afspelen in kroegen of onder boeren (gevechten, dansen, kaartspelers, rokers en drinkers...). Deze levendige taferelen gaven blijk van een scherp observatievermogen. Stilistisch onderscheidde Brouwer zich door zijn kleurgebruik en losse schildertechniek. Hij maakte ook groepsportretten en
tronies
, een genre dat hij mee hielp ontwikkelen. Op het einde van zijn leven schilderde Brouwer enkele landschappen.
De mobiele Brouwer was bevriend met schilders die ook reislustig waren. Hij geldt als een brugfiguur tussen de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden. Een uitgesproken invloed had hij op de broers
Adriaen
en
Isaac van Ostade
en op
David Teniers de Jonge
. Zijn werk werd door kunstenaars als
Rubens
en
Rembrandt
verzameld en bestudeerd. In de nalatenschap van Rubens zaten zeventien schilderijen van Brouwer en Rembrandt bezat er zes. De Hollandse meester waardeerde ook Brouwers tekenkunst, zoals blijkt uit de aankoop van een schetsboek.
Aan Adriaen Brouwer worden slechts een 65 werken toegeschreven, waaronder enkele tekeningen. Ze zijn niet gedateerd en vaak ook niet gesigneerd, tenzij met een gemakkelijk na te bootsen
monogram
. Vele van de onder zijn naam voorkomende werken zijn kopieen of pastiches van zijn talrijke navolgers, onder wie
Hendrick Martensz. Sorgh
,
Cornelis Saftleven
,
Egbert van Heemskerck
,
David II Teniers
,
David III Ryckaert
en
Joos van Craesbeeck
. De toeschrijvingen aan Brouwer worden nog af en toe herzien.
De Vlaamse schrijver en dichter
Felix Timmermans
wijdde een roman, getiteld
Adriaen Brouwer
, aan Brouwer, die in 1948 postuum verscheen. Ook al is het boek, gelet op de weinige beschikbare historische gegevens, als fictie geschreven, toch schetst het een boeiend beeld van de kunstenaar en zijn tijd.
De
BRT
zond in 1986 een driedelige
miniserie
uit over het leven van Brouwer. De kunstenaar werd gespeeld door
Lucas Vandervost
in een regie van
Peter Simons
.
- W. Schmidt,
Das Leben des Malers A. Brouwer
(1873)
- F.J. van den Branden,
A. Brouwer en J. v. Craesbeeck
(1881)
- F. Schmidt-Degener,
A. Brouwer en de ontwikkeling zijner kunst
(1908)
- C. Hofstede de Groot,
Beschreibendes u. kritisches Verzeichnis d. Werke etc., III
(1910)
- W. von Bode,
A. Brouwer, Sein Leben u. seine Werke
(1924)
- E. J. Reynolds,
Some Brouwer problems
(1931)
- G. Bohmer,
Der Landschaffer A. Brouwer
(1940)
- Felix Timmermans,
Adriaan Brouwer
(1948)
- E. Hohne,
A. Brouwer
(1960)
- G. Knuttel Wzn,
A. Brouwer, The master and his works
(1962)
- J. Buyck, in Nederl. Kunsthist. Jb. (1964)
- K. Renger,
Adriaen Brouwer und das niederlandische Bauerngenre 1600-60
, tentoonstellingscatalogus (Munchen,
Alte Pinakothek
, 1986)
- K. De Clippel,
’Brouwer, Adriaen, kunstschilder’
,
Nationaal Biografisch Woordenboek
(NBW), dl. 20, Brussel (2011), col. 165-174
- A. Jager, S. Lybeert, M. Vanwelden, E. Verroken,
Natif d'Audenaerde? Nieuwe inzichten in de afkomst van Adriaen Brouwer en zijn leven in de Noordelijke Nederlanden
, in: K. Lichtert (red.),
Adriaen Brouwer, meester van emoties
, tentoonstellingscatalogus (Oudenaarde, MOU, te verschijnen 2018)