Acute myeloide
leukemie
[1]
(
AML
[1]
) of
acute myeloblastenleukemie
[1]
is een vorm van
kanker
die specifiek de
myeloide lijn
van de
witte bloedcellen
aantast. Deze myeloide lijn staat in voor de vorming van
granulocyten
,
monocyten
,
erytrocyten
en
megakaryocyten
. AML leidt tot een enorme proliferatie van onrijpe voorstadia van deze cellen in het
beenmerg
en meestal ook in het
bloed
(leukocytose). Het snel doordringen van abnormale cellen in het beenmerg interfereert met de normale vorming van bloedcellen (
hematopoese
). De symptomen van AML worden veroorzaakt door het vervangen van normale beenmergcellen met leukemische cellen. Dit leidt ertoe dat de normale productie van rode bloedcellen (erytrocyten), bloedplaatjes en normale witte bloedcellen (leukocyten) in het gedrang komt. De symptomen omvatten moeheid, kortademigheid, blauwe plekken, bloedingsneiging en een toegenomen risico op infectie.
AML is de meest voorkomende vorm van acute leukemie bij volwassenen, met een
incidentie
die toeneemt met de leeftijd. Hoewel AML een betrekkelijk weinig voorkomende aandoening is is het verantwoordelijk voor ca. 1,2% van de sterfte aan kanker in de VS.
[2]
Door de toenemende
vergrijzing
van de bevolking wordt verwacht dat de incidentie van deze aandoening zal stijgen.
Hoewel verscheidene risicofactoren voor AML zijn reeds geidentificeerd, blijft de oorzaak van de ziekte tot op heden grotendeels onbekend. Omdat het een
acute
leukemie betreft is de ziekte snel
progressief
. Typisch overlijdt de patient binnen enkele weken tot maanden indien de ziekte onbehandeld blijft. De
vijfjaarsoverleving
bedraagt 15 a 70%, afhankelijk van het subtype AML. AML wordt initieel behandeld met chemotherapie met als doel de ziekte in remissie te brengen. Vervolgens ontvangen patienten additionele chemotherapie of een hematopoetische
stamceltransplantatie
. Recente onderzoeken naar de
genetica
achter AML leidde tot de beschikbaarheid van tests die de werkzaamheid van bepaalde medicijnen voor een individuele patient kunnen beoordelen.
Acute myeloide leukemie is een zeldzame aandoening met ongeveer 3.7/100 000 nieuwe gevallen per jaar.
[3]
De aandoening komt voornamelijk voor bij ouderen, de mediane leeftijd bij het stellen van de diagnose ligt op 63 jaar. AML maakt 80% uit van de acute leukemieen bij volwassenen.
[4]
Mannen zijn iets meer aangedaan dan vrouwen (verhouding 1,3/1).
[5]
Op de kinderleeftijd hebben slechts 15 a 20% van de patienten met acute leukemie AML. In het zeldzame geval dat AML bij een boreling aanwezig is, betreft het echter vrijwel steeds AML.
Het aandeel van AML ten gevolge van een voorgaande behandeling met chemotherapie is stijgende; op dit moment zijn 10 a 20% van de gevallen van AML het gevolg van deze behandeling.
[6]
Er is enige geografische variatie merkbaar in de incidentie van AML. Bij volwassenen wordt de hoogste
prevalentie
gezien in Noord-Amerika, Europa en Oceanie. AML is zeldzamer in Azie en Latijns-Amerika.
[7]
[8]
In tegenstelling hiermee komt AML op kinderleeftijd minder voor in Noord-Amerika en
India
dan in andere delen van Azie.
[9]
Deze verschillen zijn mogelijk het gevolg van genetische factoren op populatieniveau, omgevingsfactoren of een combinatie van beide.
AML is in verband gebracht met genetische afwijkingen, zoals
trisomie
21 (het syndroom van Down),
Fanconi-anemie
en het
syndroom van Bloom
. Verder worden omgevingsfactoren genoemd zoals de blootstelling aan bepaalde chemische stoffen, ioniserende straling,
tabak
en
chemotherapeutica
.
Hematologische
aandoeningen die in verband gebracht worden met AML zijn
paroxismale nocturnale hemoglobinurie
en de kwaadaardige aandoeningen
myelodysplastisch syndroom
en andere myeloproliferatieve aandoeningen.
[10]
De meeste symptomen bij AML worden veroorzaakt door de vervanging van normale bloedcellen (rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes) door leukemische cellen. Klachten die hiermee gepaard gaan zijn zwakte en vermoeibaarheid, infecties en het oplopen van blauwe plekken, tandvleesbloedingen,
ecchymose
,
epistaxis
of
menorragie
. Vaak komen deze klachten in combinatie voor.
[10]
Eventueel aanwezige koorts kan in de meeste gevallen in verband worden gebracht met een infectie. Het beleid is afhankelijk van het al dan niet aanwezig zijn van neutropenie (< 1000
neutrofielen
/μl), waarbij prompte toediening van een breedsprectumantibioticum geindiceerd is. Indien geen duidelijke neutropenie aanwezig is bestaat nog steeds de mogelijkheid van functionele neutropenie. Hierbij zijn er normale hoeveelheden neutrofielen, doch zijn deze niet functioneel. Wanneer een bloeduitstrijkje microscopisch beoordeeld wordt en de neutrofielen hierbij bepaalde kenmerken tonen (zoals een hypogranulair aspect tonen of
dysplasie
), is dit suggestief voor functionele neutropenie. Op basis van een dergelijke functionele neutropenie kan eveneens overwogen worden antibiotica toe te dienen.
[10]
Leukemie kan op zich ook aanleiding geven tot koorts, zelfs in de afwezigheid van een infectie. Dit is eerder het geval bij acute promyelocytaire leukemie.
[11]
Het verlaagd aantal bloedcellen kan tot bepaalde manifestaties leiden in de huid.
Anemie
, ten gevolge van een verlaagd aantal rode bloedcellen, leidt tot een bleke huid. Een verlaagd aantal bloedplaatjes leidt tot
petechieen
en
ecchymosen
. AML tast in 13% van de gevallen de huid zelf aan. Dit heet
leukaemia cutis
. Hierbij kunnen enkele of meerdere rode tot paarsblauwe papels, plaques of noduli ontstaan. Een andere verschijningsvorm is een roodbruine maculopapulaire eruptie. Het tijdsverloop tussen de diagnose en het verschijnen van de eerste manifestaties van de ziekte op de huid varieert sterk. Soms is leukaemia cutis het eerste symptoom van de ziekte.
[12]
Ongeveer 4%-13%
[10]
[13]
[14]
van de patienten met AML presenteren zich met gewrichts- en of botpijn. Dit ongemak doet zich voor in meerdere gewrichten, is doorgaans symmetrisch en kan migreren naar andere gewrichten.
Indien er pijnlijke, gezwollen gewrichten aanwezig zijn in het kader van een in het beenmerg en/of bloed aangetoonde leukemie, spreekt men over leukemische artritis. Andere oorzaken die tot deze artritis zouden kunnen leiden dienen dan echter uitgesloten te zijn. Een dergelijke leukemische artritis komt vaker voor bij kinderen met leukemie dan bij oudere patienten
[14]
en vaker in het kader van een acute leukemie. Leukemische artritis kan zich reeds voor de diagnose leukemie werd gesteld presenteren, of later in het beloop van de ziekte de kop opsteken.
Expansie van het beenmerg kan eveneens aanleiding geven tot botpijn, deze oorzaak dient men echter steeds te onderscheiden van leukemische artritis, hoewel beide oorzaken wel samen kunnen voorkomen.
- ↑
a
b
c
Everdingen, J.J.E. van, Eerenbeemt, A.M.M. van den (2012).
Pinkhof Geneeskundig woordenboek
(12de druk). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
- ↑
Jemal A, Thomas A, Murray T, Thun M
(2002).
Cancer statistics, 2002
.
CA Cancer J Clin
52
(1): 23?47.
PMID
11814064
.
DOI
:
10.3322/canjclin.52.1.23
.
Gearchiveerd van origineel
op
28 januari 2011
.
- ↑
Kasper DL, Braunwald E, Fauci AS, Hauser SL, Longo DL, Jameson JL, Loscalzo J.
(2008).
Harrison's principles of internal medicine
, 17th. McGraw-Hill Medical Publishing Division, New York, "chapter 104: Acute and Chronic Myeloid Leukemia", pp. 677-683.
ISBN 9780071466332
.
Gearchiveerd
op
22 september 2013
.
- ↑
Yamamoto JF, Goodman MT
(2008).
Patterns of leukemia incidence in the United States by subtype and demographic characteristics, 1997-2002.
.
Cancer Causes Control
19
(4): 379-390.
PMID
18064533
.
- ↑
Greenlee RT, Hill-Harmon MB, Murray T, Thun M
(2001).
Cancer statistics, 2001
.
CA Cancer J Clin
51
(1): 15?36.
PMID
11577478
.
DOI
:
10.3322/canjclin.51.1.15
.
Gearchiveerd van origineel
op
6 juli 2010
.
- ↑
Leone G, Mele L, Pulsoni A, Equitani F, Pagano L
(1 October 1999).
The incidence of secondary leukemias
.
Haematologica
84
(10): 937?45.
PMID
10509043
.
Gearchiveerd van origineel
op
2 oktober 2011
.
- ↑
Linet MS
(1985).
Monographs in Epidemiology and Biostatistics
. Oxford University Press, New York, "The leukemias: Epidemiologic aspects.", I.
ISBN 0195034481
.
- ↑
Aoki K, Kurihars M, Hayakawa N, et al.
(1992).
Death Rates for Malignant Neoplasms for Selected Sites by Sex and Five-Year Age Group in 33 Countries 1953?57 to 1983?87
. University of Nagoya Press, International Union Against Cancer, Nagoya, Japan.
- ↑
Bhatia S, Neglia JP
(1995).
Epidemiology of childhood acute myelogenous leukemia
.
J. Pediatr. Hematol. Oncol.
17
(2): 94?100.
PMID
7749772
.
DOI
:
10.1097/00043426-199505000-00002
.
- ↑
a
b
c
d
Schiffer CA, Anastasi J
.
UpToDate
. UpToDate, Waltham, MA, "Clinical manifestations, pathologic features, and diagnosis of acute myeloid leukemia".
- ↑
Daly PA, Schiffer CA, Wiernik PH
(1980).
Acute promyelocytic leukemia--clinical management of 15 patients.
.
Am J Hematol.
8
(4): 347-359.
PMID
6932177
.
- ↑
Kaddu S, Zenahlik P, Beham-Schmid C, Kerl H, Cerroni L
(1999).
Specific cutaneous infiltrates in patients with myelogenous leukemia: A clinicopathologic study of 26 patients with assessment of diagnostic criteria.
.
Journal of the American Academy of Dermatology
40
(6): 966-978.
PMID
20104987
.
DOI
:
10.1016/S0190-9622(99)70086-1
.
- ↑
Biswas S, Chakrabarti S, Chakraborty J, Paul PC, Konar A, Das S
(2009).
Childhood acute leukemia in West Bengal, India with an emphasis on uncommon clinical features.
.
Asian Pac J Cancer Prev.
10
(5): 903-906.
DOI
:
10.1016/S0190-9622(99)70086-1
.
- ↑
a
b
Evans TI, Nercessian BM and Sanders KM
(1994).
Leukemic arthritis
.
Semin Arthritis Rheum.
24
(1): 48-56.