Abraham Jacob van der Aa
(
Amsterdam
,
7 december
1792
?
Gorinchem
,
21 maart
1857
) was een
Nederlandse
letterkundige
en
lexicograaf
, die voornamelijk bekend is geworden door zijn
Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden
en door zijn
Biographisch Woordenboek der Nederlanden
.
Hij was een zoon van de jurist en schrijver
Pierre Jean Baptiste Charles van der Aa
(1770-1812) en Francinca Adriana Bartha van Peene . Zijn oudere broer was de jurist en auteur
Christianus Petrus Eliza Robide van der Aa
(1791-1851). Van der Aa was geboren in Amsterdam maar groeide op in
Nieuwer-Amstel
, het huidige
Amstelveen
, waar zijn vader
gemeentesecretaris
was. Na zes jaar op de dagschool te Amstelveen volgde vanaf zijn twaalfde jaar een onrustige tijd. Na de kostschool in
Alphen
, thuisonderwijs in Utrecht, de
Latijnse school
, het seminarium te
Lingen
en als leerling in een apotheek, ging hij in 1810 medicijnen studeren aan de
Leidse Universiteit
.
[4]
In 1812 brak hij, gedwongen door het overlijden van zijn vader, zijn studie af en ging in de verplichte legerdienst, de zogenaamde
conscriptie
. Hij koos voor de zeedienst en kwam terecht op een nieuw fregat van de onder Frans bevel staande marine, dat op zijn eerste tocht door de Engelsen werd overmeesterd. Na twee maanden krijgsgevangenschap in
Engeland
sloot hij zich aan bij de aldaar in ballingschap verblijvende
Prins van Oranje
. Hij was nog te jong om als soldaat te dienen en werd daarom
tamboer
bij de
infanterie
. In 1814 nam hij deel aan een veldtocht tegen
Napoleon
en was betrokken bij de
Slag bij Waterloo
.
[4]
[5]
Na 1817 werd hij boekhandelaar te
Leuven
; twee jaren later verwisselde hij dat hem onbekende vak met het onderwijs. Vervolgens was hij van 1825 tot de
Belgische Revolutie
van 1830 werkzaam als particulier secretaris van de
Antwerpse
auditeur
-militair. Hij vluchtte vanwege de opstand naar
Breda
, waar hij tot 1839 in dienst kwam bij de gouverneur van de vesting. Van daaruit maakte hij menig gevaarlijke tocht naar het afgescheiden gebied.
Van der Aa was redacteur van de
Zuid- en Noord-Hollandsche Volksalmanak
en leverde talrijke bijdragen in het
Letterlievend maandschrift, Vaderlandsche Letteroefeningen, Vriend des Vaderlands, Algemeene Konst- en Letterbode, Maria en Martha, Astrea, Globe,
en de
De Navorscher
. Op zijn ziekbed schreef hij het
Levensbericht van A.C. Schenk
voor de handelingen van de
Maatschappij der Nederlandse Letterkunde
over het jaar 1857.
Sedert 1841 woonde hij te
Gorinchem
, waar zijn
Aardrijkskundig Woordenboek
verscheen. Hij overleed daar op 21 maart 1857.
Zijn bekendste werken zijn:
- het
Aardrijkskundig Woordenboek
, bestaande uit veertien delen en dat tussen
1839
en
1851
gepubliceerd werd door de uitgeverij van
Jacobus Noorduyn
te Gorinchem.
- het
Biographisch Woordenboek der Nederlanden
, in 21 delen en een bijvoegsel, verschenen tussen 1852 en 1878,bij J.J. van Brederode te Haarlem.
Van der Aa was niet kritisch, hij gaf een compilatie van de stand van zaken zoals die in de vorige eeuwen gegroeid was.
[6]
- Aardrijkskundig Woordenboek van Noord-Brabant
(Breda, 1832);
- Herinneringen uit het gebied der geschiedenis
(Amsterdam 1835);
- Nieuwe herinneringen
(Amsterdam 1837);
- Geschied- en aardrijkskundige beschrijving van het koninkrijk der Nederlanden en het groothertogdom Luxemburg
(Gorinchem 1841);
- Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters
(Amsterdam 1844-1846);
- Geschiedkundig beschrijving van Breda
(Gorinchem 1845);
- Nederlandsch Oost-Indie
(Amsterdam en Breda 1846-'57), 4 delen;
- Beschrijving van den Krimpener en den Loopikerwaard
, Schoonh. 1847;
- Nederland, handboekje voor reizigers
, Amsterdam 1849;
- Lotgevallen van Willem Heenvliet
, Amsterdam 1851;
- Biographisch Woordenboek. der Nederlanden
, Haarlem 1852-'78;
- Beknopt Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden
, Gorinchem 1851-'54;
- Bloemlezing uit [Van Effen's] Spectator
, in Klassiek en Letterkundig Pantheon 1855, 2 delen;
- Parelen uit de lettervruchten van Nederl. dichteressen
, Amsterdam 1856;
- Ons Vaderland en zijne bewoners
, Amsterdam 1855-'57.
Bronnen, noten en/of referenties