Abattoir Ferme
is een professioneel
theatergezelschap
uit Mechelen (Belgie). Het gezelschap is actief in verschillende genres, disciplines en media. Het staat bekend voor beeldende theaterproducties zonder gesproken tekst, en creeert daarnaast teksttheater, muziektheater, dansant werk, figurentheater. Sporadisch maakt het uitstappen buiten het theater met een televisiereeks, opera's, kortfilms, concerten en videoclips.
Zowel in het theaterwerk als in de nevenprojecten behandelt Abattoir Ferme thema's als ‘de wereld achter de wereld’, lichamelijkheid, rituelen, existentiele angsten en duistere fantasieen. De meeste producties van het gezelschap worden geschreven en geregisseerd door artistiek directeur
Stef Lernous
. Hij levert eigen teksten en bewerkt bestaand repertoire. De vaste kern van het gezelschap bestaat uit
Tine Van den Wyngaert
,
Kirsten Pieters
,
Chiel van Berkel
,
Pepijn Caudron
(aka Kreng),
Nick Kaldunski
en Sven Van Kuijk.
In 2008 won het gezelschap de
Vlaamse cultuurprijzen
in de categorie Podiumkunsten voor zijn "indringend en huiveringwekkend theater over de verhalen die de samenleving angst aanjagen en over het theater zelf."
Diverse producties werden geselecteerd voor het prestigieuze
Het Theaterfestival
:
- Galapagos
(2005)
- Tinseltown
(2007)
- Tourniquet
(2008)
- Nimmermeer
(2009), een coproductie met
figurentheater De Maan
- A Brief History Of Hell
(2013)
- Colossus
(2015)
- Buko
(2017)
Het repertoire van Abattoir Ferme toert met regelmaat buiten Belgie en was te zien in Nederland, Duitsland, Frankrijk, Italie, Zwitserland, Noorwegen, Denemarken, Polen, het Verenigd Koninkrijk en Turkije.
Abattoir Ferme werd in 1999 opgericht in
Mechelen
. In de beginjaren dekte de naam een lokaal en semi-professioneel theatercollectief, vooral begeesterd door Stef Lernous, Nick Kaldunski en Tine Van den Wyngaert.
De eerste productie ging in premiere op 29 oktober 1999 en was een theaterbewerking van
Lewis Carrolls
epische nonsensgedicht
De Jacht op de Snark
.
Tussen 1999 en 2001 maakte Abattoir Ferme meer dan dertig theaterproducties waarvoor de oprichters samenwerkten met tientallen jongeren, scholen, vrijwilligers, niet-professionele acteurs en lokale muziekgroepen. De artistieke interessesfeer situeerde zich bij maatschappelijke randfiguren ('
t Kruipend Vlees, Marc & Betty
), subculturen (
Meiske in 't zwart
), grand guignol (
De regels van het Goor
), volks repertoire (
Het nut van Nele
, een bewerking van Tijl Uilenspiegel), absurde poezie (
De jacht op de snark
) of thema’s uit de taboesfeer (
Ontucht in het stadje M.
, vrij naar
Nabokovs
Lolita
). De voorstellingen werden gepresenteerd in Mechelse amateurtheaters en achterafzaaltjes. De pioniersjaren van het gezelschap werden gedocumenteerd en becommentarieerd in een humoristische brief van stichtend lid Nick Kaldunski aan de toenmalige Belgische koning Albert I, verschenen in het overzichtswerk
Anatomie - tien jaar slachten
(2009)
In 2002 ontving het gezelschap van het Mechels kunstencentrum nOna een schrijf- en creatieopdracht voor
Het Warme Hart van de Wereld
, waarmee Abattoir Ferme een eerste stap in het professionele theatercircuit zette. Vanaf 2003 kon het gezelschap verder professionaliseren dankzij schrijfopdrachten en enkele projectsubsidies.
Inhoudelijk ontwikkelde de artistieke grondtoon zich geleidelijk tot een zoektocht naar ‘de wereld achter de wereld’: een eigenzinnig theatraal universum bevolkt door (al dan niet fictieve) alternatieve denkers, outsiders, dissidente wetenschappers of underground-kunstenaars. De creaties bleven, net als in de beginjaren, voornamelijk vertrekken van zelf geschreven tekstmateriaal. Parallel aan deze sterk tekstgerichte aanpak (en een voorliefde voor monologen) ontstond een steeds uitgesprokener, en soms controversiele, beeldtaal.
Vooral de creatie van
Galapagos
(2004) bleek een sleutelmoment in de artistieke en professionele ontwikkeling. De productie werd geselecteerd voor het Vlaams/Nederlands
Theaterfestival
en leverde het gezelschap voor het eerst speelreeksen in de rest van Belgie en Nederland op.
De volgende jaren zochten de makers in producties als
Indie
(2005, eerste deel van de Chaostrilogie) en
Moe maar op en dolend
(2005) thema's op als driehoeksverhoudingen, rituelen die achter gesloten deuren plaatsvinden, of overleven in een apocalyptische metropool. Op dramaturgisch en scenografisch vlak vertaalde zich dat in fragmentarische vertelstructuren, fysiek acteerwerk en beklemmende filmische beelden met behulp van decor, licht en geluid.
In 2006 vervoegden
Kirsten Pieters
,
Chiel van Berkel
,
Joost Vandecasteele
(tot 2009) en
Pepijn Caudron
(alias Kreng) de artistieke kern en ontving het gezelschap een eerste structurele erkenning via het Kunstendecreet. De volgende jaren breidde het oeuvre uit naar verschillende disciplines en subgenres: van quasi-documentaire speeches (
Prothese
, 2006) tot muziektheater (
Hard-boiled
, 2007), van monologen (
Lalaland
, 2007) tot woordeloze performancerituelen (onder andere
Tourniquet
, 2007), van stand-upcomedy (
Tines Routine
, 2004) tot duister figurentheater voor kinderen (
Nimmermeer
, 2008).
In 2008 resulteerde een residentieperiode van Abattoir Ferme aan de Brusselse theater- en filmopleiding RITS, samen met RITS-studenten en een achttal geselecteerde jonge makers, in een reeks van negen trailers, kortfilms,
making ofs
en theatrale documentaires die het gezelschap presenteerde onder de gezamenlijke noemer
Cinerama
. In
Cinerama
werd o.m. de kiem gelegd voor de latere televisiereeks
MONSTER!
, een zesdelige sitcom rond de zelfverklaarde meestercineast Ad-Harry Shredder.
In 2008 won het gezelschap de
Vlaamse Cultuurprijzen
in de categorie Podiumkunsten en werd het genomineerd voor de
European Culture Prize for New Theatrical Realities
.
Tinseltown
en
Nimmermeer
werden geselecteerd voor het Vlaams Theaterfestival,
Tourniquet
voor de Nederlandse tegenhanger TF. Het gezelschap raakte bekend bij een groter publiek en brak ook internationaal verder door. Vooral de tekstloze producties als
Tourniquet
en
Mythobarbital
werden uitgenodigd voor speelreeksen op buitenlandse theaterfestivals (onder andere in Nederland, Italie, Noorwegen, Polen en Turkije).
Eind 2009 vierde het gezelschap zijn tiende verjaardag met een herneming van
Galapagos
, een marathonbewerking van
De Chaostrilogie
(
Indie
-
Tinseltown
-
Lalaland
) en met de publicatie van
Anatomie - 10 jaar slachten
, een volumineus boek met essays, tekstfragmenten, briefwisselingen met critici, interviews met kernleden en voorheen ongepubliceerd fotomateriaal.
In 2010 bracht het gezelschap de theaterproductie
Phantasmapolis
en realiseerde het samen met de televisiezender
Acht
de reeks
MONSTER!
, een cult-sitcom over filmregisseur Ad-Harry Shredder.
In 2011 creeerde het gezelschap op vraag van de
Vlaamse Opera
de wereldcreatie
L'Intruse
, een opera op muziek van
Dirk d'Ase
gebaseerd op thema's van
Maurice Maeterlinck
(libretto van
Stef Lernous
). Hetzelfde jaar presenteerde het gezelschap
Arcanum
, een filmconcert waarin een stille film van het gezelschap werd begeleid door muziek van huiscomponist Kreng.
In 2012 maakte het gezelschap
A Brief History of Hell
, een (Nederlandstalige) satire op het kunstbedrijf die een jaar later werd geselecteerd voor zowel het Vlaamse als het Nederlandse
Theaterfestival
. In december 2012, de periode waarin volgens de
Maya's
het einde van de wereld zou plaatsvinden, pakte het gezelschap uit met
Apocalypso
, een vier uur durend spektakel met theater en muziek.
In 2013 creeerde Abattoir Ferme een donkere kijk op de Amerikaanse zuidelijke staten in
Ghost
, hernam het
Tourniquet
voor een opgemerkte speelreeks op het
Edinburgh Fringe
en ensceneerde het in coproductie met de
Vlaamse Opera
Tristan und Isolde
van
Richard Wagner
.
Zowel in 2012 als 2013 ging de productie van theaterproducties hand in hand met kleinere nevenprojecten zoals de uitgave van Krengs verzamelde platenbox
Works for Abattoir Ferme 2007-2011
, een State of the Union van
Stef Lernous
op het Theaterfestival van 2012, workshops voor theaterstudenten, de vormgeving van een concerttournee en videoclip van de Vlaamse zanger
Helmut Lotti
, de premiere van een danssolo in Seoul en een bigbandconcert.
In 2014 creeerde het gezelschap een toneelbewerking van de documentaire
Grey Gardens
(met rollen van
Chiel van Berkel
en
Gene Bervoets
) en het eindejaarsspektakel
Colossus - barok is the new black
. In 2015 volgde met
Alice
een theaterbewerking van Lewis Carrolls klassieker.
Bronnen, noten en/of referenties
|