Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De jaren
1290-1299
(van de
christelijke jaartelling
) zijn een
decennium
in de
13e eeuw
.
- Door zijn expansiepolitiek, die succes oplevert in de
Slag bij Woeringen
, komt hertog
Jan I van Brabant
in geldnood. Weer vormen de steden een
bond
om de hertog verenigd tegemoet te treden. In ruil voor het goedkeuren van uitzonderlijke beden waarmee hij zijn schulden kan aanzuiveren, verleent de hertog een hele reeks charters met uitgebreide rechten. Dit gebeurt voor iedere stad afzonderlijk, maar in teksten die telkens zeer gelijkluidend zijn.
- 1294
:
Verdrag van Lier
.
Gwijde van Dampierre
, graaf van Vlaanderen, en
Eduard I van Engeland
komen overeen, dat
Filippina van Vlaanderen
, de dochter van de graaf, zal trouwen met de Engelse troonopvolger
Eduard
. De Franse koning
Filips de Schone
verhindert dit huwelijk door Gwijde en zijn dochter naar Frankrijk uit te nodigen en ze dan beiden gevangen te zetten. Gwijde wordt in 1295 na bemiddeling van onder meer
paus Bonifatius VIII
vrijgelaten, terwijl zijn dochter Filippina in het
Louvre
opgesloten blijft en er overlijdt in 1306.
- 1296
:
Jan I van Holland
, zoon graaf
Floris V van Holland
, is verloofd met
Elisabeth van Engeland
, dochter van Eduard I. Als Eduard I de wolhandel verplaats van
Dordrecht
, naar
Mechelen
, loopt Floris over naar het kamp van Filips de Schone. Er wordt een samenzwering op touw gezet om graaf Floris te laten aftreden ten gunste van zijn aan het Engelse hof opgevoede zoon Jan. Floris wordt opgesloten in het
Muiderslot
. Als hij ontsnapt, wordt hij vermoord. De minderjarige zoon van Floris V wordt gedwongen de macht uit handen te geven aan
Wolfert I van Borselen
.
- 1297
: Filips de Schone verklaart dat hij het
graafschap Vlaanderen
als onderdeel van zijn
kroondomein
beschouwt, dit is het begin van de
Frans-Vlaamse Oorlog
.
- 1298
: Eduard I van Engeland trekt zijn hulptroepen uit Vlaanderen terug.