Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
"Ik ben woedend"
was de naam van een protestkaartenactie die in 1993 werd georganiseerd in Nederland, naar aanleiding van een rechts-radicale
aanslag in de Duitse stad Solingen
waarbij vijf mensen van Turkse afkomst omkwamen.
Achtergrond van de actie was een aanslag die dat jaar had plaatsgevonden in de
Duitse
stad
Solingen
(deelstaat
Noordrijn-Westfalen
). Een groep van vier Duitse als
extreemrechts
omschreven jongeren uit die plaats had in de nacht van 28 op 29 mei met benzine en papierproppen brand gesticht in de hal van een huis waarin de
Turkse
familie Genc woonde. Dit veroorzaakte een uitslaande brand, die de bewoners in hun slaap verraste. Vijf bewoners (twee vrouwen, drie meisjes) kwamen om en veertien anderen raakten gewond, van wie sommige ernstige brandwonden opliepen. De jongeren hadden onder andere hun woede willen koelen over het feit dat drie van hen wegens dronkenschap uit een verenigingsgebouw waren gezet door Turkse bezoekers.
De aanslag schokte de bevolking van Duitsland en veel andere landen. Het kwam onder meer tot een blokkade van een autosnelweg bij de luchthaven van de toenmalige zetel van de Duitse regering
Bonn
en tot ernstige ongeregeldheden in het centrum van Solingen. Een minister die de plek des onheils bezocht werd voor moordenaar uitgemaakt, regeringsleiders zoals bondskanselier
Helmut Kohl
zagen zich genoodzaakt via de media tot kalmte te manen.
De aanslag stond niet op zichzelf; dat jaar en het jaar ervoor vonden in Duitsland vele aanslagen met een rechts-extremistische achtergrond plaats, sommige eveneens met dodelijke afloop. Er werden hardere maatregelen tegen rechts-extremisme aangekondigd.
In Nederland speelde het populaire
KRO
-radioprogramma
The Breakfast Club
(
Radio 3 FM
) in op de ook in dat land ontstane verontwaardiging over de gebeurtenis in Solingen. De
diskjockeys
Peter van Bruggen
en
Jeanne Kooijmans
werden aanvoerders van een actie om briefkaarten met het opschrift "Ik ben woedend" naar Helmut Kohl op te sturen. In openbare gelegenheden en televisiemagazines waren exemplaren te vinden om in te vullen en op de post te doen. "Vijf onschuldige vrouwen en meisjes zijn levend verbrand, alleen maar omdat ze buitenlander zijn. Via deze briefkaart wil ik laten weten dat ik verbijsterd ben", stond er als motivatie op te lezen. De actie was een groot succes. Uiteindelijk werden er 1,2 miljoen protestkaarten bezorgd bij de Duitse regering in Bonn.
De actie oogstte echter ook veel kritiek, in zowel Nederland als Duitsland. Hierbij werd het spreekwoordelijke 'opgeheven vingertje', de als typisch Nederlands beschouwde neiging tot
moraliseren
, aan de kaak gesteld. Ook het feit dat deze actie kennelijk voorbijging aan de massale protesten die in Duitsland zelf tegen dergelijke aanslagen waren gehouden en die in de Nederlandse media weinig aandacht hadden gekregen, stuitte diverse critici tegen de borst. Er waren echter ook opiniemakers, zoals de Duitse schrijver
Gunter Wallraff
, die van mening waren dat het een waardevolle bijdrage was geweest aan het aanzetten van het Duitse volk tot zelfonderzoek.
[1]
Bronnen, noten en/of referenties
|