Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Europese Gemeenschappen
was een niet officiele verzamelnaam voor drie internationale organisaties, die in de jaren 1950 door zes Europese landen waren opgericht en in 1992 de basis van de
Europese Unie
vormden:
De Europese gemeenschappen, met de hen toegekende rechten, verplichtingen en bevoegdheden en met de beleidsterreinen die ze behandelden, vormden in de structuur van de Europese Unie de zogenaamde
eerste pijler
van drie pijlers waarop de Unie rust.
De naam kwam in gebruik na inwerkingtreding van het
Fusieverdrag
dat in
1967
door de zes lidstaten was gesloten waarbij was bepaald dat er voor deze drie Europese Gemeenschappen een gemeenschappelijke Commissie en een Raad als bestuursorganen moest zijn.
De
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
hield in
2002
op te bestaan, omdat het oprichtingsverdrag een looptijd had van 50 jaar vanaf
1952
. Alle rechten, plichten en bevoegdheden die ontleend konden worden aan dit verdrag, zijn kort voor afloop door afspraken tussen de lidstaten overgeheveld naar de
Europese Gemeenschap
, de voortzetting van de
Europese Economische Gemeenschap
. Dat is vastgelegd in een protocol dat aanhangt aan het
Verdrag van Nice
(2001).