De
luchtpijp
[1]
of
trachea
[2]
is een buisvormige verbinding tussen de
stembanden
in het
strottenhoofd
(de larynx) en de
carina
(de vertakking van de trachea in de rechter en linker hoofdbronchus). Door de luchtpijp stroomt
lucht
naar de
bronchi
en naar de
longblaasjes
in de
longen
, waar
gasuitwisseling
met de
bloedcirculatie
plaatsvindt.
Bij volwassenen is de trachea 10-11 cm lang. De doorsnede van de trachea is D-vormig. Dit komt door C-vormige
kraakbeenstructuren
die de trachea openhouden. De afstand tussen de ringen is ongeveer 0,5?cm. Bij een ziekte als
tracheomalacie
zijn deze kraakbeenringen slapper dan normaal of drukt een andere structuur, bijvoorbeeld een
bloedvat
het kraakbeen van de luchtpijp naar binnen waardoor deze, met name tijdens het ademen, dichtklapt, met
benauwdheid
als gevolg.
De trachea is bekleed met
kleine haartjes
(
cilia
) ter bescherming. Deze haartjes zijn zeer gevoelig. Als een voorwerp in de luchtpijp terechtkomt, wordt direct een signaal naar de
hersenen
gestuurd, waarna de luchtpijp wordt gereinigd door
hoesten
.
Tracheitis
is een
ontsteking
van de luchtpijp.
Literatuurverwijzingen
- ↑
Everdingen, J.J.E. van, Eerenbeemt, A.M.M. van den (2012).
Pinkhof Geneeskundig woordenboek
(12de druk). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
- ↑
Federative Committee on Anatomical Terminology (1998).
Terminologia Anatomica
. Stuttgart: Thieme