Biddag voor Gewas en Arbeid
en
Dankdag voor Gewas en Arbeid
zijn twee gedenkdagen in het
protestantisme
in
Nederland
, waarin er speciaal gebeden (in het voorjaar) en gedankt (in het najaar) wordt voor de oogst en het werk.
In diverse (van oorsprong) vissersdorpen, zoals
Katwijk aan Zee
en
Arnemuiden
, wordt ook gebeden en gedankt voor de visserij en spreekt men van een
Biddag en Dankdag voor Gewas, Arbeid en Visserij
.
Het gebruik om in moeilijke tijden een aparte bededag te houden zou ontstaan zijn in de
middeleeuwen
. Er waren toen vaste bededagen, zoals de
quatertemperdagen
en de
kruisdagen
.
[1]
Daarbij ging het vooral om omstandigheden op seculier terrein: oorlog, honger en rampen. Na de
reformatie
in de 16e eeuw, toen grote delen van Nederland het katholicisme voor het protestantisme verruilden, werd het houden van bededagen door de reformatorische kerken overgenomen. In
1578
werd er door de
Synode van Dordrecht
bepaald dat er tijdens
oorlog
en andere
rampen
massaal gebeden en gedankt moest worden.
[2]
Wanneer er vervolgens een bid- of dankdag nodig was, werd dit door de landelijke of provinciale overheden uitgeschreven. Een vaste dag om te danken werd in
1658
in de provincie
Overijssel
vastgesteld: "dat alle jaren op den 1sten Donderdag in de Mey door de geheele Provintie een Algem. Vast- en Bededag tot afweeringe van Godes Plagen en het verkrygen van een gezegende Somer zal worden geholden,- en dat op den eersten Donderdag in September weder een Generale Dankdag voor de veelvoudige verkregen segeningen en weldaaden zal worden gecelebreert."
[3]
In de
Dordtse Kerkorde
staat in artikel 66 dat de
classis
aangewezen is om
in tijden van oorlog, epidemieen, vervolging van de kerk en andere algemene rampen
een speciale biddag of gebedssamenkomst uit te schrijven.
[4]
Toen de
industrialisatie
toenam, is de viering veranderd in dankdag voor gewas en arbeid. Tegenover de dankdag werd later ook een vaste dag om te bidden ingesteld.
Tegenwoordig is de biddag op de tweede
woensdag
van
maart
. Deze dag wordt
biddag voor gewas en arbeid
genoemd. De
dankdag voor gewas en arbeid
wordt gehouden op de eerste woensdag van november, met uitzondering van
Zeeland
waar deze wordt gehouden op de laatste woensdag van november. Lokaal kunnen er afwijkende data zijn: in de
gemeente Tholen
is biddag op de laatste woensdag van februari en dankdag op de derde woensdag van november. Als historische reden voor deze afwijkingen wordt genoemd dat in veel kerkelijke gemeenten de rol van
dominee
vacant was en het op een afwijkende dag gemakkelijker was om een dominee van elders naar de - voor de
deltawerken
erg afgelegen - eilanden te laten komen om daar de kerkdiensten te leiden.
In de 21e eeuw worden zowel dankdag als biddag nog aangehouden door
orthodox-protestantse
kerken. Een groot deel van deze kerken houdt 's morgens en 's avonds kerkdiensten. Ook zijn er veel kerkgemeenten die de zondag erna een speciale gebedsdienst houden. In diverse (van oorsprong) vissersdorpen, zoals
Katwijk aan Zee
en
Arnemuiden
, wordt in de Hervomde Gemeente ook gebeden en gedankt voor de visserij en spreekt men van een Dankdag en Biddag voor Gewas, Arbeid en Visserij. Doordat de agrarische sector geen grote stempel meer op de Nederlandse maatschappij drukt, ligt de nadruk in de gebedsdiensten niet sterk meer bij het "gewas", maar meer bij de "arbeid", het leven in de eigen gemeente, de economie, actualiteiten en de wereld in het algemeen. In plaatsen als
Urk
,
Staphorst
,
Genemuiden
,
Opheusden
,
Ouddorp
zijn veel winkels de hele dag gesloten. De Urker
vissersvloot
blijft voor biddag een hele week (de 'bidweek') thuis. In Ouddorp en omstreken worden de diensten voor beide dagen ook op de zondag erna gehouden, zodat de vissers erbij kunnen zijn.
Urk
kent een aparte dankdag en biddag voor de visserij, die op respectievelijk 31 december en de tweede woensdag van februari worden gehouden. Deze traditie ontstond rond het begin van de 20e eeuw. Op beide dagen zijn vrijwel alle winkels, bedrijven, scholen en gemeentelijke instellingen gesloten, als waren het zondagen. De dank- en biddag voor gewas en arbeid worden in Urk samen met de dankdag en biddag voor visserij gehouden.
Onder het motto "bid en werk" is het bij een aantal kerkgemeenten gebruikelijk om op
dankdag
allerlei goede (gedragen)
kleding
,
dekens
en
speelgoed
in te zamelen voor landen in
Oost-Europa
zoals
Roemenie
,
Wit-Rusland
of
Oekraine
. Daarnaast is een financiele bijdrage noodzakelijk om het
transport
van de ingezamelde goederen, dat vaak in eigen beheer wordt gedaan, te kunnen verzorgen.
De status van "vrije dag" hebben bid- en dankdag vrijwel overal in Nederland verloren, behalve op
orthodox-protestantse
(vaak
reformatorische
) scholen, die op deze dagen wel gesloten zijn. Ook zijn er enkele christelijke middelbare scholen die voor de donderdag na bid- of dankdag geen huiswerk opgeven, zodat kinderen die waarde aan beide dagen hechten daar op school geen hinder van ondervinden.
Op verzoek van de
SGP
werden de
gemeenteraadsverkiezingen in 2006
op dinsdag 7 maart gehouden in plaats van de oorspronkelijk daarvoor bestemde woensdag 8 maart, om niet met de biddag te conflicteren. In kerkelijke gebouwen zitten soms ook stembureaus en dat zou elkaar in de weg kunnen zitten.
Buiten protestants Nederland
bewerken
Een soortgelijk evenement als bij de protestanten wordt in de
Katholieke Kerk
de
kruis?
en
quatertemperdagen
genoemd. Dit gebruik stamt uit de vijfde eeuw, maar is in Nederland grotendeels van de liturgische kalender verdwenen. Voor zover bekend
worden deze dagen wel in
Duitsland
,
Oostenrijk
en
Luxemburg
aangehouden. In 2005 werd door de Nederlandse katholieke bisschoppen besloten om deze dagen weer op de liturgische kalender te zetten, om aan te laten sluiten bij de protestantse bid- en dankdagen. De katholieke
Oogstdankdagen
in
Heiloo
zijn nooit van de kalender verdwenen en zijn elk jaar in september behoorlijk populair.
Bid- en dankdagen voor protestanten zijn in de rest van de wereld niet overal even gangbaar.
Duitsland
kende in de 20e eeuw nog een officiele
Buß- und Bettag
(boete- en gebedsdag). Op deze dag, die jaarlijks in november gehouden werd, was heel Duitsland vrij. De dag was ooit door de protestantse Duitse rijkskanselier
Bismarck
ingesteld, omdat hij het belangrijk vond dat ook de protestanten een eigen gebedsdag hadden. In 1995 werd de dag officieel afgeschaft. In sommige
Evangelische kerken
wordt er nog wel aandacht aan deze gebedsdag besteed. Veel overeenkomst met de Dankdag in Nederland heeft het
Erntedankfest
,
oogstfeest
,
[5]
dat veelal op de eerste zondag in oktober gevierd wordt. Zowel de
Anglicaanse Kerk
in Engeland, de
Verenigde Protestantse Kerk
in
Belgie
, de
Federation protestante de France
als de
Zweedse nationale Kerk
gaven in 2005 te kennen geen speciale landelijke gebedsdag te kennen, hoewel er in bijzondere gevallen zoals nationale rampen wel gebedsdagen worden uitgeroepen. In Denemarken is de ‘Store Bededag’ (grote gebedsdag) een officiele vrijedag die jaarlijks op de vierde vrijdag na Pasen valt. Op 5 Februari 2023 vond er een grote demonstratie in Kopenhagen plaats tegen het besluit van de Deense regering om deze vrije dag af te schaffen. In
Zuid-Afrika
bestaat er een speciale dankdag, die in april of mei valt omdat het in het zuidelijk halfrond ligt. In de
Verenigde Staten
en in
Canada
kent men
Thanksgiving Day
.
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑
Mogelijk wortelden deze dagen zelfs in traditionele joodse oogstfeesten, zoals het
Loofhuttenfeest
.
- ↑
Het in de bronnen vermelde artikel uit "De Gelderlander" spreekt over 1578 zonder de synode te noemen, terwijl het "Reformatorisch Dagblad" over de synode spreekt zonder een jaartal te noemen. De kans bestaat dus dat het jaartal en de synode ten onrechte met elkaar in verband zijn gebracht.
- ↑
P. Oskamp, N. Schuman, Weg van de liturgie, Zoetermeer (Meinema) 1998, 352
- ↑
Kerkrecht.nl
.
- ↑
w:de:Erntedankfest
op de Duitse Wikipedia
|