Tekenares en verzet
bewerken
Aat Hibma is de dochter van de
Friese
schoenmaker Pieter Hibma en de Haagse handwerklerares Adriana Klazina Tize. Na de HBS volgt zij de Haagse
academie van Beeldende Kunsten
, waar zij les krijgt van onder anderen
Paul Citroen
. Daarna is zij tekenlerares in Den Haag. In september 1940 trouwt zij met de filosofiestudent Krijn Breur. Door haar huwelijk verliest Aat haar baan als tekenlerares, overeenkomstig de toenmalige regelgeving. Haar man, een fervent
communist
, heeft als vrijwilliger in de
Spaanse Burgeroorlog
tegen
Franco
gevochten en is daardoor
stateloos
. Als gevolg hiervan heeft het echtpaar geen recht op een uitkering. Aat verdient in de oorlog zo goed mogelijk de kost als illustratrice.
Het echtpaar krijgt twee kinderen, een zoon in december 1940, en een dochter,
Dunya
, in 1942.
Vanaf het begin van de oorlog is het echtpaar zeer actief in het verzet: Krijn met aanslagen, zijn echtgenote met het vervalsen van
persoonsbewijzen
. Ze nemen
joodse
onderduikers
in huis, maar worden verraden. Op 19 november 1942 worden ze samen met twee joodse onderduikers gearresteerd. Krijn wordt gemarteld, ter dood veroordeeld en in februari 1943
gefusilleerd
. Later zal een straat in Amsterdam naar hem vernoemd worden: Krijn Breurstraat.
Nacht und Nebel in Ravensbruck
bewerken
Aat komt met baby Dunya in de
gevangenis van Scheveningen
, daarna in isolatie in
Utrecht
. Als zij in juni 1943 gedeporteerd gaat worden, slaagt zij erin Dunya aan de gevangenispoort aan haar ouders mee te geven. Na een verblijf in de gevangenissen van
Kleef
en in
Berlijn
komt zij in september 1943 in het vrouwenconcentratiekamp
Ravensbruck
aan. Daar ondergaat zij het strenge regime van de
Nacht und Nebel
-gevangenen, maar dankzij enige goedwillende bewaaksters krijgt ze werk in de
boekbinderij
en moet ze geboortekaartjes tekenen. Zo krijgt zij ook restjes papier in handen voor clandestiene tekeningen. Aat tekent vooral haar lotgenoten.
Op 1 maart 1945 wordt Aat naar het
Strafblock
overgeplaatst, wat neerkomt op een doodvonnis. Echter, een arts trekt haar uit de rij en speldt haar het nummer van een overleden gevangene op. Dit is haar redding.
Op een dag hoort de kampcommandant dat twee Nederlandse vrouwen tekeningen hebben gemaakt ? hij beschouwt dit als hoogverraad. Weer komt er hulp, want medegevangenen stoppen de tekeningen weg voordat de kampcommandant arriveert om ze te zoeken.
Op 29 april 1945 bevrijdt het
Russische
leger kamp Ravensbruck. Op 6 juli 1945 wordt Aat
gerepatrieerd
. Ze blijkt dan
tuberculose
te hebben.
In september 1945 krijgt Aat bezoek van een medegevangene, die haar tekeningen uit het kamp heeft weten te redden. Aat stopt de beschadigde tekeningen weg en wil er niet meer aan denken. Zij heeft problemen met haar gezondheid en lijdt erg onder kamptrauma's. Zij leidt een zeer teruggetrokken bestaan en de oorlog drukt als een taboe op haar. De kinderen lijden hier erg onder.
Het is uiteindelijk haar dochter
Dunya Breur
(1942-2009), die
Slavische talen
heeft gestudeerd en werkt als vertaalster en publiciste, die dit taboe weet te doorbreken. Ze heeft al vele malen gevraagd naar de inhoud van een geheim koffertje onder het bed van haar moeder. Pas in 1980 komt de tekeningen uit het koffertje tevoorschijn. Dan komen ook de herinneringen naar boven.
De tekeningen baren veel opzien; het
Rijksmuseum Amsterdam
(
Rijksprentenkabinet
) neemt de tekeningen in beheer, restaureert het slechte papier en organiseert in meerdere plaatsen exposities van de tekeningen.
Boek en documentaire
bewerken
Dunya is diep geraakt. Ze bezoekt kamp Ravensbruck, doet archiefonderzoek, spoort de nog levende geportretteerde vrouwen op in Frankrijk, Belgie, Zweden en Nederland en laat hen hun verhaal vertellen. Zij publiceert in 1983 de tekeningen van Aat samen met die verhalen in
Een verborgen herinnering
. Het is een historisch document geworden over het vrouwenconcentratiekamp Ravensbruck, met veel details over het gruwelijke kampleven.
Aat Breur zet haar teruggetrokken leven voort als tekenares en tekenlerares. Na de publicatie van haar tekeningen heeft zij het stilzwijgen slechts eenmaal doorbroken met een interview in de documentaire
Verleden aanwezig
(1996), waarin vijf
vrouwen van Ravensbruck
geinterviewd werden: Ceija Stoijka (
Oostenrijk
), Lidia Rolfi (
Italie
), Aat Breur (
Nederland
), Stella Kugelman Griez (
Rusland
), Antonina Nikiforova (
Rusland
).
[1]
Werk in openbare collecties (selectie)
bewerken
Bronnen, noten en/of referenties
|